Uurtarieven
Aanleiding voor de vragen waren berichten van onder meer Skipr over rechtszaken die ggz-instellingen (Arkin, Fivoor, Van der Hoeven, Parnassia en GGNet) hebben aangespannen tegen het ministerie. Ze stellen dat die hun uurtarieven volgend jaar zes à zeven procent verlaagd. Dit jaar lijdt Arkin al twee miljoen euro verlies op deze zorg.
Kostenonderzoek
Dekker verwijst in zijn antwoorden naar de NZa: “Die heeft de tarieven vastgesteld op basis van een groot opgezet kostenonderzoek in de ggz en forensische zorg. Hier is sinds 2018 samen met de branche aan gewerkt.”
Uitzonderingen
De minister stelt dat Justitie voor het overgrote deel de maximumtarieven volgt van de NZa. Daarop zijn drie uitzonderingen. Voor ambulante zorg en verblijfszorg (beschermd wonen) geldt voor 2020 een afslag van 4,1 procent. Voor langdurige verblijfszorg is geen kostprijsonderzoek gedaan en hanteert Justitie afslagen.
Ook voor klinische zorg en behandeling “gaat Justitie zorgvuldig met de beschikbare middelen om”. Dekker zegt dat afslagen zijn bedoeld “om kostenbewustzijn te creëren” bij zorgaanbieders.
Budget gestegen
Hoewel ggz-instellingen aangeven verlies te lijden op de forensische zorg, deelt Dekker die zorg niet. “In 2018 heb ik met de sector een meerjarenovereenkomst gesloten voor de kwaliteit en veiligheid. Het budget voor de forensische zorg is van 2018 tot 2020 gestegen van 822 miljoen naar 864 miljoen euro.”
Bovendien wijst de minister erop dat de afslagen op enkele soorten zorg zijn verlaagd of verdwenen. Daarenboven geeft hij aan dat de NZa in individuele gevallen tot tien procent meer vergoeding geeft als er sprake is van innovatie, kwaliteit of zeer complexe zorg.