Nederlanders nemen ten opzichte van andere Europeanen relatief weinig zorg af. Sommige ingrepen worden hier minder dan half zo vaak uitgevoerd als elders. Dit blijkt uit een onderzoek dat bureau SiRM (Strategies in Regulated Markets) in opdracht van de NVZ vereniging van ziekenhuizen heeft uitgevoerd.
Verschil
Als voorbeeld halen de onderzoekers het aantal cardiologische ingrepen, zoals een bypassoperaties, aan. Het aantal hartkatheterisaties ligt in vergelijking met de rest van Europa tot 50 procent lager. Ten opzichte van Duitsland is dit zelfs 80 procent. Het verschil is waarschijnlijk te verklaren uit verschillen in professionele opvatting tussen artsen en de mate van gezondheid van de bevolking. De sterfte aan hartziekten in Duitsland is bijvoorbeeld twee keer zo hoog als in Nederland.
BBP
Verder liggen Nederlanders minder vaak en minder lang in het ziekenhuis dan andere Europeanen. De gemiddelde opnameduur van 6,3 dagen (inclusief academische ziekenhuizen) is korter dan in de meeste andere Europese landen. In Duitsland liggen patiënten gemiddeld acht dagen in het ziekenhuis. De geringe zorgafname betekent dat Nederlanders 3,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uitgeven aan ziekenhuiszorg, huisartsen en specialisten. Dit percentage is in geen enkel ander land zo laag. Ook de productie van de Nederlandse ziekenhuizen is relatief laag. Opmerkelijk is het feit dat geen enkel ander Europees land zo weinig specialisten kent als Nederland. Internationaal gezien is het aantal huisartsen vergelijkbaar.
‘Financiële barrières’
Over het algemeen zijn Nederlanders tevreden over de kwaliteit van de geleverde zorg. 87 procent van de Nederlanders vindt de kwaliteit van de Nederlandse ziekenhuizen goed. Alleen in Oostenrijk en België zeggen meer mensen de kwaliteit van hun ziekenhuizen goed te vinden. Ook de toegang tot de gezondheidszorg in Nederland is uitstekend. Slechts 0,4 procent van de Nederlanders geeft aan de zorg die ze nodig hadden niet te hebben ontvangen. Voor de helft van dit percentage was dit te wijten aan wachtlijsten. In Duitsland klaagde bijna 3 procent van de mensen over slechte toegankelijkheid van de zorg. Als reden hiervoor werden ‘financiële barrières’ genoemd. De eigen bijdrage in Nederland behoort tot de laagste van Europa. Alleen de Denen betalen minder.