SOS Arts kan van start. Dat is het gevolg van een beslissing die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanochtend heeft genomen. De dienst valt onder de nieuwe beleidsregel ‘Zorg op afroep’. De diensten van SOS Arts gaan onder de aanvullende verzekering vallen.
SOS Arts wil de huisarts (of een arts die geschoold is in spoedzorg) weer bij de mensen thuis brengen, dit naar voorbeeld van het Franse SOS Médecins. De patiënt moet daarvoor wel zelf de rekening betalen, al heeft een enkele verzekeraar al toegezegd in elk geval een deel van de kosten te vergoeden.
Tweeledige beslissing
De beslissing van de NZa is tweeledig, zo blijkt uit een toelichting van woordvoerder Martijn Buitenhuis van SOS Arts. De NZa heeft aan SOS Arts een tarief toegekend. Daarnaast is besloten dat ook niet-huisartsen zich voor SOS Arts mogen inzetten.
Passantentarief
SOS Arts zal rijden op basis van het passantentarief zoals dat ook voor huisartsen geldt. Overdag betaalt de patiënt dan 70 euro, in de avond- nacht- en weekenduren kost een visite 110 euro. Volgens de NZa gaat het om maximumtarieven waarover onderhandeld mag worden.
Niet-huisartsen
Woordvoerder Buitenhuis zegt dat SOS Arts enkele tientallen (huis)artsen in het bestand heeft die graag voor de dienst willen werken. Het gaat dan bijvoorbeeld om oudere huisartsen die hun praktijk verkocht hebben, maar die nog wel enkele jaren actief willen blijven. SOS Arts zal een commissie instellen die, onder het toeziend oog van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) zal beoordelen of de artsen aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen. SOS Arts gaat de artsen zo nodig ook bijscholen op het gebied van spoedzorg. Buitenhuis verwacht dat SOS Arts nog dit jaar in enkele regio’s gaat rijden.
Zorg op afroep
De NZa heeft de beleidsregel Zorg op afroep inmiddels gepubliceerd. Woordvoerder Natasja Wijnbeek van de toezichthouder waarschuwt echter dat de zaken niet zo mooi zijn als SOS Arts ze in de persberichten doet voorkomen. Zo valt de dienst die SOS Arts wil leveren onder de aanvullende verzekering. Dat betekent dat SOS Arts niet per direct kan starten, maar dat er eerst nog afspraken gemaakt moeten worden met de verzekeraars. Wijnbeek: “Het is nu aan de verzekeraars om te beoordelen of ze zorg op afroep via het aanvullende pakket willen aanbieden.”
Niet voor huisartsen
Wijnbeek wil ook benadrukken dat de beleidsregel niet geldt voor gewone huisartsen. De visites aan huis voor eigen patiënten en passanten blijven gewoon onder de basiszorg vallen. Volgens Wijnbeek waren er in het verleden wel andere groepen huisartsen die ook zorg op afroep wilden bieden. Zo meldde zich in 2009 het initiatief ‘Huisarts aan Huis’. Hoe het daarmee afgelopen is, weet Wijnbeek niet.
Tegenwerking
SOS Arts sreed jaren voor de toekenning van een tarief. Naar eigen zeggen werd de organisatie daarbij steeds tegengewerkt door de NZa, het ministerie van VWS en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). De positieve beslissing van vanochtend volgt op een uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Die verwierp dit jaar een eerdere beslissing van de NZa.
Experimentele regeling
Al eerder mocht SOS Arts op basis van een experimentele regeling aan de slag. Daarvoor was een overeenkomst gesloten met Stad Holland Zorgverzekeraar. In de praktijk werd echter nog niet gereden, volgens Buitenhuis omdat dit gezien de omvang van de verzekeraar commercieel niet haalbaar was.
Minister Schippers
Initiatiefnemer Arnold Verhoeven van SOS Arts vermoedt dat minister Edith Schippers van VWS een grote rol heeft gespeeld bij de beslissing van de NZa. Dat blijkt uit een artikel in het FD. Schippers maakte zich als VVD-Tweede Kamerlid sterk voor snellere toelating van innovatieve diensten en producten. Schippers was – destijds nog als Kamerlid – ook prominent aanwezig bij de officiële start van SOS Arts in juni 2010. De toelating van SOS Arts was ook opgenomen in het VVD Verkiezingsprogramma.
Reactie LHV
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is blij dat de dienst van SOS Arts geen ‘huisartsenzorg’ mag heten, maar verkocht gaat worden als ‘zorg op afstand’. De organisatie vreest wel dat een onduidelijke situatie kan ontstaan voor de patiënt. Lees hier de eerste reactie van de LHV. (Daan Marselis)