De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat in de tariefberekening vanaf 2018 uit van een normpraktijk van 2095 patiënten, terwijl dit er nu nog 2168 zijn. Tegelijkertijd verhoogt de NZa het tarief voor patiënten boven de 85 jaar.
Dit blijkt uit de recent gepubliceerde Circulaire Vaststelling beleid huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2018.
De normpraktijk is het aantal ingeschreven patiënten per fulltime werkende huisarts-eigenaar. Volgens de NZa blijkt uit een recente meting dat een gemiddelde fulltime huisarts-eigenaar minder ingeschreven patiënten bediend dan voorheen. De NZa baseert de normpraktijk op het landelijk gemeten gemiddelde en benadrukt dat zij geen norm oplegt aan huisartsen.
Zorgzwaarte
De toezichthouder heeft besloten wijzigingen aan te brengen in de opslagen voor specifieke leeftijdscategorieën omdat de huidige waardering van de bestaande opslagen niet goed aansluit bij de werkelijk ervaren zorgzwaarte. De opslag die geldt voor patiënten in de leeftijdscategorie 65-75 jaar is hoger dan op basis van de ervaren zorgzwaarte kan worden verklaard. Omgekeerd is voor patiënten in de leeftijdscategorie 85+ de ervaren zorgzwaarte hoger dan de huidige opslag voor 75-plussers nu weergeeft.
“Aanpassing van de opslagen voor leeftijd op basis van gemeten zorgzwaarte laat het bekostigingsmodel beter aansluiten bij de ervaren zorgzwaarte zonder de bekostigingssystematiek verder te compliceren”, aldus de NZa. De zorgautoriteit verhoogt het tarief voor patiënten onder de 65 jaar licht, verlaagt de opslag voor patiënten tussen 65-75 jaar, en houdt de opslag voor patiënten 75-85 jaar constant. Tegelijkertijd wordt een opslag toegevoegd voor patiënten boven de 85 jaar.
Kritiekpunt
De NZa stelt tarieven vast op basis van de gemeten kosten, omzet en productie. Dit heeft volgens de zorgautoriteit als nadeel dat naar het verleden wordt gekeken om de toekomstige tarieven vast te stellen. “Een veelgehoord kritiekpunt hierbij is dat met deze methodiek met name in een snel ontwikkelende sector, hier de huisartsenzorg, niet voldoende rekening wordt gehouden met toekomstige en/of wenselijke ontwikkelingen.”
Hier staat tegenover dat de bekostigingssystematiek volgens de NZa veel mogelijkheden kent tot afspraken op maat, waarin deze wenselijke ontwikkelingen via afspraken tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar tot uiting kunnen komen. Desalniettemin neemt de NZa de kritiek serieus en zal zij de komende periode tot aan de volgende tariefherijking in samenwerking met veldpartijen zoeken naar alternatieve methodes van tariefonderbouwing die beter aan dit kritiekpunt tegemoet komen.
LHV
In een reactie laat de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) weten dat de keuzes die worden gemaakt in de beleidsregel 2018 onvoldoende aansluiten op de dagelijkse praktijk van huisartsen. “De tarieven stijgen slechts licht en er wordt niet geïnvesteerd in de zorg voor ouderen.” De belangenbehartiger vindt het een gemiste kans om het bestaande budget alleen anders te verdelen terwijl investeringen nodig zijn om de steeds grotere en complexere zorgvraag op te kunnen vangen.
“De nieuwe tarieven bieden onvoldoende ruimte voor de extra investeringen in ondersteuning, fysieke ruimte of meer huisartsen”, zegt Ella Kalsbeek, voorzitter van de LHV. “Die zijn hard nodig om meer tijd te kunnen besteden aan de patiënt. Het geld is er. We hadden hier een start mee kunnen en moeten maken. Lichtpuntje is dat de normpraktijk daalt van 2168 naar 2095 patiënten. Een eerste noodzakelijke, maar kleine stap om in ieder geval het aantal patiënten per huisarts terug te brengen.”