Solved Maze Concept
Het afbreken van schotten en het verschuiven van de zorg van ziekenhuizen en ggz-instellingen naar huisartsen, eerstelijnsvoorzieningen en de patiënt zelf leveren een besparing van minstens 1,5 miljard euro op. Dat becijfert adviesbureau SiRM in een onderzoek in opdracht van VNO-NCW, AmCham en de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen.
De huidige schotten binnen de zorg vormen een belemmering voor structurele vernieuwing waarin de patiënt centraal staat en efficiëntie een uitgangspunt is, zo constateert SiRM. Sterker nog: het huidige zorgstelsel bevat talrijke financiële en andere prikkels die verandering onaantrekkelijk maken en behoudzucht belonen.
In totaal identificeert SiRM vijftien combinaties van soorten en niveaus schotten. Daarbij gaat het onder meer om het juridisch kader (opdeling in Zvw, Wlz Wmo en Jeugdwet) en de inkadering in sectoren (ziekenhuiszorg, ggz, gehandicaptenzorg en VVT). Maar ook binnen instellingen ziet SiRM schotten. SiRM noemt als voorbeeld de vaak tegengestelde belangen van raad van bestuur, MSD en artsen in loondienst.
De verschotting kent ook een institutionele vertaling in Den Haag. Tussen ministeries vindt geen financiële verdeling plaats op basis van de baten van het ene departement door het werk van een ander departement. Zo kan een goede geestelijke gezondheidszorg ervoor zorgen dat het ministerie van Sociale Zaken minder kwijt is aan uitkeringen, maar dit geven wordt niet vertaald in de budgetverdeling.
Eilandjes-denken
De verschotting leidt er volgens de onderzoekers toe dat het perspectief van de individuele patiënt al snel uit beeld raakt. Als onderdeel van het onderzoek heeft Kantar Public (voorheen TNS NIPO) vooral naar het perspectief van de patiënt en zorgverlener gekeken. Zowel zorgprofessionals als zorgconsumenten vinden het eilandjes-denken onder zorgprofessionals een groot probleem. Maar liefst driekwart van de zorgconsumenten vindt het zeer belangrijk of essentieel dat er iets aan wordt gedaan om de samenwerking tussen zorgverleners te verbeteren. Bijna 60 procent van de zorgprofessionals is dezelfde mening toegedaan.
Ook over andere punten denken zorgconsumenten vaak kritischer dan zorgprofessionals. Zo zijn zorgconsumenten minder positief over de verwijzing tussen de huisarts en de specialist, dan de huisarts en specialist zelf. Van punten waarvan zorgconsumenten denken dat het goed geregeld is (zoals uitwisseling van gegevens tussen ziekenhuis en apotheek), denken de apothekers en artsen dat dit niet zo is.
Vergeleken met vroeger vindt 70 procent van de zorgconsumenten dat de zorg minder patiëntgericht is geworden. Onder zorgverleners is dat 44 procent. Toch zijn zowel consument als professional positiever dan voorheen over de samenwerking: 56 procent van de zorgconsumenten ziet een verbetering (45 procent spreekt van een verslechtering) tegen 80 procent van de zorgverleners (20 procent vindt de samenwerking verslechterd).
Doorbraakprogramma
Om af te rekenen met de vrijblijvendheid en echt werk te maken van ontschotting roepen de Vereniging Innovatie Geneesmiddelen en Amcham een nieuw kabinet op om een doorbraakprogramma rond de zorg op te stellen. Dit moet innovaties aanjagen en wettelijke barrières wegnemen. Het SiRM/Kantar-rapport kan volgens de opdrachtgevers een bijdrage leveren aan de bredere zorgagenda die VNO-NCW momenteel opstelt en die de zorg naar een ‘next level’ wil brengen.
“Steeds verder uitdijende wet- en regelgeving en cultuurverschillen tussen organisaties belemmeren hardnekkig echte vernieuwing en een goede communicatie tussen zorgverleners”, zegt directeur Gerard Schouw van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen. Dit onderzoek geeft duidelijk richting hoe het anders kan.”
“Door bewezen methodes tot de norm te maken, zetten we de patiënt meer zelf aan het stuur in zijn vertrouwde omgeving”, stelt voorzitter Hans de Boer van VNO-NCW. “Zo gaan we van ‘healthcare naar homecare’. Bijkomend voordeel zijn aanzienlijke kostenbesparingen. Het rapport is hiermee een belangrijke inspiratiebron voor onze visie op de gezondheidszorg waar we begin volgend jaar mee komen.”