De eerste metingen leren dat de mate van blootstelling aan elektromagnetische velden van losse 5G-antennes en -telefoons lager is dan de Europese limiet. Wel verwacht het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat het aantal bronnen zal toenemen. Ook is er sprake van toenemend gebruik van datacommunicatie. In welke mate de blootstelling wijzigt, is volgens het RIVM nu dan ook niet met zekerheid te voorspellen.
Ingebruikname
Pas na ingebruikname van 5G-systemen zal duidelijk worden wat de veldsterkte daadwerkelijk is. Ook kan dan pas worden vastgesteld wat de blootstelling is wanneer er meerdere zenders en gebruikers zijn. RIVM zegt daarom de ontwikkelingen op de voet te zullen volgen.
Zorgen
Het RIVM onderkent dat er zorgen leven over de gezondheidseffecten van blootstelling aan 5G. Hoewel sommige onderzoeken naar de huidige generaties mobiele telecommunicatie aanwijzingen voor gezondheidseffecten geven, levert de beschikbare wetenschappelijke literatuur geen bewijs dat blootstelling onder de limieten schadelijk is, aldus het RIVM.
Verschil
5G-systemen verschillen op een aantal punten van eerdere generaties telecommunicatiesystemen (2G, 3G en 4G). Met 5G kan meer en sneller informatie verstuurd worden met ongeveer dezelfde hoeveelheid energie. Daarnaast komen er op de langere termijn op meer plekken antennes te staan. De bundels worden gericht uitgezonden en kunnen zo de gebruiker ‘volgen’. Hierdoor wisselt de blootstelling in plaats en tijd. Ook worden in de toekomst frequenties gebruikt die hoger zijn dan de nu al gebruikte frequenties.