In de afgelopen tien jaar is het aantal banen in de zorg met 385 duizend gegroeid, tegen een totale banengroei van 515 duizend. Daarmee is driekwart van de banengroei in het afgelopen decennium toe te schrijven aan de zorg, zo constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De sterke groei van de werkgelegenheid in de zorg is volgens het CBS ondermeer te danken aan het feit dat de zorg minder conjunctuurgevoelig is dan andere sectoren. Procentueel groeide de werkgelegenheid in de zorg de afgelopen tien jaar met 38 procent. Het leeuwendeel van de banen valt in de categorie verzorging en welzijn (846 duizend banen). In de gezondheidszorg in engere zin zijn nog eens 543 duizend mensen werkzaam. Daarmee werkt bijna een op de zeven Nederlandse werknemers in de zorg.
Vrouwen
De banengroei in het afgelopen decennium is volgens het CBS vrijwel volledig toe te schrijven aan vrouwen. Terwijl het aantal banen van mannen met slechts 12 duizend toenam, groeide dat van vrouwen met 504 duizend. Ook hier manifesteert zich een sterke samenhang met de arbeidsmarktontwikkeling in de zorg. Een kwart van alle vrouwen werkt in de zorg. Binnen de zorg zijn vier van de vijf banen voor vrouwen.
Deeltijd
Over de gehele linie wordt bijna de helft van alle banen bezet door vrouwen. Vrouwen werken echter veel vaker in deeltijd. Hierdoor bedraagt het aandeel van vrouwen in het totaal aantal gewerkte uren in Nederland maar 37 procent. Mannen werkten vorig jaar gemiddeld 1621 uur tegen 1107 uur voor vrouwen.
Grootste bedrijfstak
Door de sterke banengroei in de zorg bekleedt de sector qua omvang een tweede plek als het gaat om het aantal werknemers. De handel is met 1,5 miljoen banen de grootste bedrijfstak, op de voet gevolgd door de zorg met 1,4 miljoen banen. De industrie staat op de derde plaats. Het belang van de industrie, maar ook van de landbouw en de bouw, is de afgelopen decennia fors kleiner geworden. Veertig jaar geleden stond de industrie op de eerste plek en de zorg op de vijfde. De handel is sinds 1989 de grootste bedrijfstak.