De vakbond NU’91 steunt leden die procedures beginnen tegen zorgaanbieders om alsnog achterstallige onregelmatigheidstoeslag (ORT) te ontvangen. Volgens de bond wijzen veel werkgevers vorderingen van verpleegkundigen af, ondanks een uitspraak hierover van de kantonrechter in Den Haag.
“Heel veel NU’91-leden hebben de afgelopen weken bij hun werkgever een vordering voor het terugbetalen van ORT tijdens verlof ingediend, met verwijzing naar een uitspraak hierover van de kantonrechter in Den Haag”, aldus de vakbond. Maar tientallen werkgevers uit de hele zorgsector wijzen deze vorderingen op verschillende gronden consequent af. De meest gehoorde argumenten zijn volgens NU’91 dat één rechterlijke uitspraak niet bepalend is voor betaling van alle vorderingen in alle branches, dat er cao-belemmeringen zijn en dat er andere cao-afspraken gemaakt zijn over uitbetaling van ORT tijdens verlof. Ook voeren werkgevers financiële argumenten aan.
Welke instellingen weigeren te betalen, kan NU’91-voorzitter Monique Kempff niet zeggen. De instellingen in kwestie hebben formeel niets laten weten, volgens haar zeggen ze alleen maar informeel tegen verpleegkundigen dat ze achterstallige ORT niet gaan betalen. Ook zetten aanbieders werknemers onder druk die een claim willen indienen. “Werkgevers zeggen dat als ze doorzetten, er financiële problemen zullen ontstaan. Een argument is: ‘Straks heeft door de claims misschien niemand meer een baan.'”
Individueel geval
De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) is het niet eens met de visie van NU’91 op de kwestie. Woordvoerder Wouter van der Horst: “De uitspraak in de zaak van de verpleegkundige in het Haga ziekenhuis ging om één individueel geval, in één ziekenhuis. Bovendien was het een werknemer die voortdurend nachtdiensten werkte. Dit is geen collectieve uitspraak.” Met andere woorden: de uitspraak van de rechter geldt niet voor alle verpleegkundigen die in het verleden geen ORT tijdens verlof hebben ontvangen. Dat adviseert de NVZ haar leden als tegenargument te gebruiken.
Overigens stelt Van der Horst dat twee van de drie argumenten die werkgevers volgens NU’91 aanvoeren, niet kloppen. “Er zijn helemaal geen cao-belemmeringen. De ORT-kwestie is gewoon geregeld in de meest recente ziekenhuis-cao. Daar was NU’91 bij betrokken dus ze weten waar ze voor getekend hebben.” NU’91 laat in reactie hierop weten dat een rechterlijke uitspraak boven cao-afspraken gaat.
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) heeft het probleem aangekaart tijdens de cao-onderhandelingen met werknemersorganisaties. “In september hervatten we de gesprekken, dus ik kan er inhoudelijk nog niets over zeggen”, zegt VGN-woordvoerder Maartje van Boekel. Over de beslissing van NU’91 om leden te steunen bij het voeren van rechtszaken is ze niet te spreken. “Als alle werknemers dit gaan doen, nemen de loonkosten in de gehandicaptenzorg enorm toe. Dat geld moet ergens vandaan komen. Je kunt je afvragen of het in het belang van de cliënt is.”
Volgens ActiZ-woordvoerder Bernadet Naber is het de vraag of de rechterlijke utispraak zich “zonder meer laat doortrekken naar alle medewerkers in onze branche”. ActiZ is van mening dat uitbetaling van ORT tijdens verlof “tot grote financiële en werkgelegenheidseffecten zal leiden met negatieve effecten op de zorg- en dienstverlening aan cliënten”. Bovendien is een claim op ORT afhankelijk van de omstandigheden en die kan per situatie verschillen, stelt Naber. Een voor alle werknemers geldende oplossing voor de doorbetaling tijdens verlof kan alleen in overleg tussen de werkgeversorganisaties en vakbonden bij de cao verpleeg- en verzorgingshuizen worden getroffen. Naber: “ActiZ adviseert haar leden daarom de uitkomst van dit overleg af te wachten.”
Verjaringstermijn
NU’91 heeft drie online tools ontwikkeld die leden kunnen gebruiken om geld te claimen bij hun werkgever. Eén van de tools is een zogeheten stuitingsbrief, waarmee de verjaringstermijn gestuit wordt. De bond gaat leden ondersteunen die een procedure beginnen tegen hun werkgever die de achterstallige ORT tijdens verlof weigeren te betalen. Kempff: “In theorie kunnen dat duizenden zaken worden, maar we gaan ervan uit dat werkgevers daar niet per se op zitten te wachten”.
Om te voorkomen dat er heel veel procedures gevoerd gaan worden, zonder dat er meer zekerheid komt over de houdbaarheid van de uitspraak van de Haagse kantonrechter, gaat NU’91 in eerste instantie een aantal (proef)procedures ondersteunen. Concreet betekent dit dat een advocaat namens van de bond gaat procederen namens de individuele leden. NU’91 verwacht dat de uitspraken van deze rechtszaken “ongeveer zes maanden tot een jaar” op zich laten wachten. Ervan uitgaande dat die uitspraken de eerdere uitspraak ondersteunen, hoopt NU’91 daarna de werkgevers alsnog vrijwillig te bewegen tot betaling van de ingediende vorderingen.