Het gros van de managers in de zorg durft medewerkers niet aan te spreken op slechte prestaties. Managers zijn bang om de sfeer te verpesten als ze vanuit hun nieuwe functie hun onvrede over het functioneren van hun vroegere vakgenoten uitspreken. De mensgerichte cultuur in de zorg frustreert de ‘gezondheid’ van zorginstellingen. Dit stelt Martijn Bakker, senior-consultant en psycholoog bij Right Management.
Bijsturen
Veel managers in de zorg zijn vanuit hun zorginhoudelijke vakgebied doorgegroeid naar een managementfunctie. Daardoor ontbreekt het hen aan de expertise en durf om hun oud-collega’s in hun ontwikkeling te coachen, stelt Bakker. Managers gaan volgens hem de confrontatie met minder goed functionerende medewerkers niet aan, ook niet als de doelmatigheid en efficiency van de zorginstelling op het spel staan. “De manager en de medewerker kennen elkaar al lang ‘uit het vak’ en de manager durft niet vanuit zijn leidinggevende rol een beslissing te nemen die deze relatie kan beschadigen.”
Vaardigheden
Volgens Bakker is tijd van aanmodderen voorbij nu de zorg steeds bedrijfsmatiger moet worden. Managers moeten volgens hem inzien dat de ‘gezondheid’ van hun afdeling van grote invloed is op de ‘gezondheid’ van de hele zorginstelling. “Zij moeten de verantwoordelijkheid nemen over de resultaten van hun afdeling. Niet alleen op het gebied van budgetten en financiën, maar ook op het gebied van goed functionerend personeel. Dit kan alleen als de managers investeren in hun management- en coachingsvaardigheden. Zij moeten leren om structurele feedback te geven aan hun medewerkers en leren om hen waar nodig bij te sturen”, aldus Bakker.