Vanwege de hoge kosten moeten zorgverzekeraars, inkopers en aanbieders het eens worden welk deel van de ggz kan worden aangemerkt als topklinisch en wat daarvan precies het zorgaanbod is. Certificering kan daarbij helpen, ook al kost dat veel.
Dat is een van de aanbevelingen waarmee psychiater Cees Schultz zijn rapport ‘De waarde van het TOPGGz-keurmerk’ afsluit. In het kader van zijn MBA-studie deed hij onderzoek naar het keurmerk, in opdracht van Stichting Topklinische GGz (TOPGGz). Hij ondervroeg managers zorg en managers bedrijfsvoering van 34 geaccrediteerde afdelingen binnen de ggz.
Aantoonbaar gespecialiseerd
TOPGGz is actief sinds 2007 en maakt zich sterk voor de positionering van topklinische en topreferente ggz in Nederland. Dat doet het onder andere door een kwaliteitskeurmerk te geven aan ggz-afdelingen die zich aantoonbaar gespecialiseerd hebben in de diagnostiek en behandeling van ernstige, complexe en zeldzame psychiatrische stoornissen. Door het keurmerk is het voor patiënten, verwijzers en verzekeraars zichtbaar welke afdelingen deze erkende topspecialistische geestelijke gezondheidszorg leveren en voor welke doelgroep.
Intensief en kostbaar
Om voor een keurmerk in aanmerking te komen moet een afdeling voldoen aan strenge criteria. Er worden eisen gesteld op het gebied van topklinische en innovatieve patiëntenzorg, wetenschappelijk onderzoek, opleiding en onderwijs. De toetsing wordt uitgevoerd door een onafhankelijke commissie. Een TOPGGz-keurmerk is vier jaar geldig. Dat is lang, gezien de snelle ontwikkelingen binnen de ggz, vindt Schulz. Maar daar zijn de onderzochte instellingen het niet mee eens. Schulz: “Uit de resultaten blijkt dat een visitatie van eens per vier jaar voldoende is. Mogelijk spelen de kosten of de hoeveelheid werk van een visitatie daarbij een rol.”
Visitaties voor het keurmerk zijn dus intensief en kostbaar. Dat was voor Schultz een van de redenen om de effectiviteit te onderzoeken. Zijn drie hoofdconclusies? Het TOPGGz-keurmerk werkt bevorderend op de kwaliteit van de patiëntenzorg en heeft een positief effect op het bewustzijn omtrent de resultaten van de zorg, maar het leidt niet altijd tot meer verwijzingen naar de gecertificeerde afdelingen. Het TOPGGz-keurmerk heeft wel een stimulerend effect op innovatie, wetenschap en samenwerking met andere kenniscentra, maar zonder dat daar door de organisaties altijd extra geld voor wordt vrijgemaakt. En: een keurmerk leidt nu niet tot een betere verhouding tussen productie en opbrengsten of tot een kostendekkend tarief in de onderhandelingen met zorgverzekeraars.
Adviezen en discussie
Dat moet verbeterd, denkt Cees Schultz. Want: “Bijna alle zorginkopers van zorgverzekeringen baseren hun keuze op certificeringscores.” Dus pleit hij ervoor het aantal gecertificeerde afdelingen uit te breiden, met aandacht voor brede spreiding en de groottes van de doelgroepen. Het certificeren kan helpen bij continue kwaliteitsverbetering als het gepaard gaat met adviezen en discussie. Want op bestuurlijk niveau moet gesproken worden over de inhoudelijke, organisatorische en inkoopontwikkelingen van de topklinische ggz.