In 2013 liepen 458 duizend werknemers lichamelijk letsel of geestelijke schade op door een ongeval tijdens het werk. Dat komt overeen met 1 op de 15 werknemers in Nederland. In de zorg kreeg vorig jaar 1 op de 11 à 12 werknemers met een arbeidsongeval te maken. Dit constateert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De sector met het grootste aantal getroffen werknemers is de horeca. Ruim 12 procent was slachtoffer van een ongeval. Met een percentage van bijna 8 procent scoort de zorg iets hoger dan gemiddeld. Van de twaalf onderzochte sectoren bezet de zorg een vijfde plek voor wat betreft het percentage werknemers met arbeidsongevallen. Gemeten naar het aantal arbeidsongevallen in plaats van het aantal getroffen werknemers springt de zorg er ongunstig uit. Per honderdduizend werknemers zijn er in de zorg ruim 15 duizend arbeidsongevallen. Dit betekent dat zorgwerknemers jaarlijks meerdere malen getroffen kunnen worden. Alleen horeca en landbouw, bosbouw en visserij tellen meer arbeidsongevallen.
Een risicofactor in de zorg ligt in het werken in ploegendienst als ook het werken in avond, nacht en weekend. Werknemers die structureel meer werkten dan in hun arbeidscontract was vastgelegd maakten vaker een ongeluk tijdens het werk mee dan werknemers die dat niet deden (8,4 respectievelijk 5,0 procent). Van deze groep overwerkers had het grootste deel (ruim 17 procent) werk in de gezondheidszorg. Tegenover deze verhoogde kans op een arbeidsongeval staat dat ‘ongevallen’ in de zorg relatief weinig leiden tot uitval dat langer duurt dan één dag.
Het CBS wijst ook op de rol van psychosociale aspecten van het werk. Zo hebben werknemers met hoge taakeisen bijna 1,5 keer zo veel kans om een ongeval te krijgen als werknemers met weinig taakeisen. Een soortgelijk patroon komt naar voren als er gekeken wordt naar weinig versus veel autonomie in het uitvoeren van taken.
Verzuim
Ongeveer 70 procent van de werknemers met een arbeidsongeval liep lichamelijk letsel op, zoals een wond, botbreuk, verstuiking of verbranding. Ruim 20 procent liep uitsluitend geestelijke schade op, zoals psychische schade door bedreiging of agressief gedrag. En bij bijna 10 procent was er zowel lichamelijk letsel als geestelijke schade. Bijna de helft van de slachtoffers verzuimde door het ongeval één dag of langer.
Mannen zijn met 7,6 procent nog altijd vaker slachtoffer van een arbeidsongeval dan vrouwen (5,3 procent). Dit verschil komt doordat mannen vaker gevaarlijk werk doen dan vrouwen. Wel is het aandeel arbeidsongevallen bij mannen sinds 2005 licht gedaald. Bij vrouwen nam het aandeel aanvankelijk toe, maar is sinds 2008 vrij stabiel gebleven.
In 2013 had 8,2 procent van de werknemers tot 25 jaar een arbeidsongeval met letsel opgelopen. Dat is bijna anderhalf keer zo veel als bij de werknemers van 25 jaar of ouder. Jongeren zijn relatief vaak werkzaam in de horeca. In die bedrijfstak gebeuren relatief veel arbeidsongevallen, maar die leiden meestal niet tot verzuim van één dag of langer.
Overwerken
Werknemers die buiten kantoortijden werken, hebben relatief vaak een arbeidsongeval. Zo had in 2013 één op de acht werknemers die regelmatig in ploegendienst werken een arbeidsongeval. En van de werknemers die regelmatig in het weekend werken, was dat bijna één op de tien. Er gebeuren ook relatief veel ongevallen bij werknemers die structureel overwerken. Dit heeft een samenhang met de sector waarin werknemers een baan hebben. In de horeca wordt bijvoorbeeld veel in het weekend gewerkt. In de gezondheidzorg komt zowel in het weekend als in ploegendienst werken veel voor.