Dit concludeert promovendus Linda Ooms die onderzoek deed naar de mogelijke rol van sportbonden en sportverenigingen bij het in beweging brengen van inactieve mensen. Ooms promoveerde op 10 september aan de Universiteit Utrecht.
Regelmatig bewegen is belangrijk om fit en gezond te blijven. Het verkleint het risico op het krijgen van allerlei chronische ziekten en vroegtijdig overlijden. De helft van de Nederlandse bevolking beweegt echter onvoldoende, waardoor zij een grotere kans hebben om gezondheidsproblemen te krijgen.
Steun van familie blijkt belangrijk te zijn bij sportdeelname van inactieve mensen. Een gebrek aan steun werkt belemmerend. De sportvereniging biedt verschillende mogelijkheden om familieleden direct of indirect bij het sporten te betrekken, bijvoorbeeld door ze mee te laten sporten of ze te betrekken bij andere verenigingsactiviteiten.
Ook de trainer heeft een bepalende rol. Ooms: “Het is belangrijk dat de trainer vaardig is in het begeleiden van inactieve mensen en de sportactiviteiten op hun niveau aanpast. Dit betekent dat het instapniveau laag moet zijn en de intensiteit en duur van activiteiten geleidelijk moeten worden opgebouwd. Gebeurt dat niet, dan zal iemand snel afhaken.”
Voor het onderzoek volgde Ooms veertien Nederlandse sportstimuleringsprogramma’s. Deze programma’s zijn ontwikkeld door tien sportbonden in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en uitgevoerd door verschillende sportverenigingen. Het onderzoek is gesubsidieerd door NOC*NSF en uitgevoerd vanuit het Nivel en het Mulier Instituut.