Een kwart van de zwangere vrouwen meldt zich pas na twaalf weken zwangerschap bij de verloskundige of komt op minder dan het geadviseerde aantal controle-afspraken. Dat blijkt uit data uit de DELIVER-studie, waarin van 2009-2010 ruim 3000 zwangeren deelnamen in 20 verloskundige praktijken in Nederland.
Dit meldt het NTvG.
Esther Feijen-de Jong van de Academie Verloskunde AVAG en haar collega’s van onder meer het VUmc keken waarom zwangere vrouwen al dan niet adequaat gebruik maken van verloskundige zorg. Het ging om laagrisicozwangerschappen.
Onvoldoende gebruik van prenatale zorg kwam vooral voor bij laagrisicozwangeren die van plan waren te bevallen in het ziekenhuis, die tijdens de zwangerschap passief rookten en die niet op de juiste wijze foliumzuur hadden geslikt rond de conceptiedatum. Verwezen zwangeren kwamen vooral minder vaak voor controle wanneer zij leden aan chronische ziekten of beperkingen, of na inadequaat gebruik van foliumzuur. In beide groepen maakten ook werkloze en migrantenvrouwen vaker onvoldoende gebruik van verloskundige zorg.
Gerichte interventies
De onderzoekers stellen dat het voor verloskundigen van belang is te weten welke groepen vaker inadequaat gebruik maken van de prenatale zorg. Voor deze groepen zouden ook gerichte interventies kunnen worden ontwikkeld. De onderzoekers vermelden niet welk deel van de variatie in zorggebruik wordt verklaard door de genoemde factoren.