Mannen die mogelijk prostaatkanker hebben, hoeven niet langer altíjd een pijnlijk weefselonderzoek te ondergaan. Het onderzoek kan bij mogelijk 70 procent van de patiënten worden vervangen door pijnloos onderzoek in een MRI-scanner. Dit schrijft De Telegraaf.
Nu onderzoekt de arts of iemand prostaatkanker heeft door met een naald stukjes prostaatweefsel aan te prikken en weg te nemen voor analyse in het laboratorium. Vanaf vandaag wordt de nieuwe methode als standaard over de hele wereld in gebruik genomen. Vier Nederlandse ziekenhuizen werken er al mee: Ziekenhuis Groep Twente, de Haga-ziekenhuizen, het Maasstad Ziekenhuis en het Radboudumc. Het Radboudumc traint radiologen in binnen- en buitenland in het beoordelen van de MRI’s.
De nieuwe manier voor het beoordelen van prostaatkanker is mogelijk dankzij Nederlands wetenschappelijk onderzoek. Onder leiding van radioloog Jelle Barentsz van het Radboudumc publiceert een internationale groep radiologen en urologen nog deze week de nieuwe mondiale regels in het medische vaktijdschrift voor urologen, European Urology. Barentsz: “Uit onze jarenlange studies blijkt dat mri-scans prostaatkanker veel beter en ook vroeger in beeld brengen dan met biopten mogelijk is. De beeldvormende MRI-techniek maakt tevens zichtbaar waar de tumor precies zit, waardoor je vervolgens heel gericht kunt aanprikken en behandelen.”
Tienduizend mannen per jaar krijgen in Nederland de diagnose ‘prostaatkanker’ te horen. Op dit moment behelst de richtlijn dat bij mannen met een verhoogde PSA-waarde in het bloed (PSA is prostaat specifiek antigeen), met een naald tien tot twaalf stukjes prostaatweefsel wordt afgenomen om vast te stellen of dat kwaadaardig is. Maar ook andere prostaatproblemen kunnen tot een verhoogd PSA leiden: bijvoorbeeld ontstekingen of prostaatvergroting. Daardoor ondergaan zo’n 40 duizend tot 50 duizend mannen per jaar een weefselafname, waar dat achteraf bij meer dan de helft onnodig blijkt.