De geestelijke gezondheidszorg (ggz) moet delinquenten met een psychische stoornis sneller in beeld krijgen. Ook zou er bij deze groep vaker verplichte behandeling moeten worden opgelegd in plaats van detentie. Dit stelt de raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in het advies ‘Stoornis en delict’ dat dinsdag aan staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie is aangeboden.
Volgens de RVZ schiet het huidige forensische zorgaanbod op een aantal punten tekort. Om te beginnen is het volgens de RVZ van toevallige factoren afhankelijk of patiënten met ernstige psychische aandoeningen (EPA) in een justitiële setting dan wel in de zorg terecht komen. Daarnaast is veelal niet de zorg voor EPA-patiënten leidend, maar het delict. Ook is de zorgketen niet sluitend, waardoor EPA-patiënten na hun straf uit beeld verdwijnen.
Zorgplan
De RVZ doet een aantal aanbevelingen om de zorg voor EPA-patiënten te verbeteren. Zo pleit de RVZ er voor om zo vroeg mogelijk een integraal zorgplan op te stellen, bij voorkeur op basis van vroegdiagnostiek. Dit zorgplan moet er voor zorgen dat EPA-patiënten in beeld komen en blijven bij zowel de ggz, justitie als de gemeenten. Voorwaarde hiervoor is een geïntegreerd wettelijk regime voor de gehele keten voor indicatiestelling en plaatsing, kwaliteitsborging en informatie-uitwisseling.
Verplichte behandeling
Om de zorg meer centraal te stellen zouden EPA-patiënten vaker verplichte behandeling opgelegd moeten krijgen in plaats van detentie. Volgens de RVZ biedt de Wet verplichte GGZ, die volgend jaar van kracht wordt, hiertoe mogelijkheden, ook als patiënten zorg weigeren.
Risicotaxatie
Wel is het volgens de RVZ noodzakelijk dat de ggz nieuwe competenties ontwikkelt, met name op het terrein van risicotaxatie. Ook zijn er meer ambulante teams nodig die rondom de patiënt werken. Uitgangspunt van deze ambulante werkwijze is het model van de (Forensische) Assertive Community Treatment. Dankzij intensieve begeleiding en zo nodig bemoeizorg van FACT-teams kunnen patiënten een redelijk normaal leven lijden, aldus de RVZ. Dit betekent tevens dat er minder beroep wordt gedaan op dure intramurale of justitiële voorzieningen.
Doorzorg
Ook zouden gemeenten wat de RVZ betreft veel meer moeten investeren in preventie en ‘doorzorg’. Gemeenten weten volgens de RVZ vaak het beste waar EPA-patiënten te vinden zijn en zorgen vaak voor de eerste opvang. Ook zijn gemeenten essentieel bij onderwerpen als resocialisatie en woonbegeleiding.
Nieuwe wetten
Met het advies neemt de RVZ een voorschot op twee nieuwe wetten die in 2013 van kracht worden. De Wet forensische zorg (Wfz) en de Wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (WvGGZ) hebben ondermeer tot doel om de aansluiting tussen de forensische en reguliere geestelijke gezondheidszorg te verbeteren.
Overheveling
Het RVZ-advies is opmerkelijk omdat de RVZ hiermee impliciet eerdere kritiek op de overheveling van de forensische zorg naar justitie onderschrijft. De financiering van deze zorg werd in 2005 weggehaald bij het ministerie van VWS en volledig overgeheveld naar justitie. Branchevereniging GGZ Nederland waarschuwde destijds dat daarmee straffen belangrijker zou worden dan behandelen. In het advies ‘Stoornis en delict’ pleit de RVZ nu voor een leidende rol van de ggz.