Te weinig vrouwen in Nederland doen mee aan het landelijk bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Bij één op de drie vrouwen bij wie baarmoederhalskanker is vastgesteld, blijkt te lang geleden of zelfs helemaal geen uitstrijkje te zijn gemaakt.
Zorg
Dat concluderen onderzoekers van het VU medisch centrum in Amsterdam en de Stichting Palga, een landelijk pathologisch archief. De onderzoekers zijn bezorgd over het grote aantal vrouwen met baarmoederhalskanker, dat in de vijf jaar voor de diagnose geen uitstrijkje heeft laten maken. De redenen om niet deel te nemen lopen uiteen van ‘vergeten’ tot en met niet durven of niet nodig vinden.
Verhoogd risico
Opvallend is dat juist de groep vrouwen met een verhoogd risico op baarmoederhalskanker minder geneigd is deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Van de vrouwen bij wie wel een uitstrijkje was gemaakt had 72 procent gehoor gegeven aan de oproep van de huisarts. Bij 28 procent was er een andere aanleiding om een uitstrijkje te laten maken.
Seksueel overdraagbaar
Vrouwen van 30 tot 60 jaar worden elke vijf jaar uitgenodigd om een uitstrijkje te laten maken. Momenteel overlijden in Nederland jaarlijks meer dan 200 vrouwen aan baarmoederhalskanker. Baarmoederhalskanker is een virale vorm van kanker. Erfelijkheid speelt geen rol bij het ontstaan van deze kankersoort. Het Humaan Papilloma Virus (HPV) is één van de belangrijkste veroorzakers van baarmoederhalskanker. HPV is seksueel overdraagbaar, bijna iedereen die seksueel actief is loopt een besmetting op.
Behandeling
Baarmoederhalskanker is – door het maken van een uitstrijkje – eenvoudig vroegtijdig op te sporen is. De voorstadia van baarmoederhalskanker kunnen bijna altijd succesvol worden behandeld. Daardoor is de kans op overleving zeer groot, hetgeen het belang van deelname aan het bevolkingsonderzoek onderstreept.