Beeld: fstop123/Getty Images/IStock
Er wordt al jaren gezocht naar een betere manier om wijkverpleging te betalen dan met maximumtarieven voor iedere afzonderlijke zorgprestatie. Sinds 2016 lopen er bekostigingsexperimenten. Het laatste experiment loopt eind 2028 af en dus moet er een besluit worden genomen over de toekomst van de bekostiging. Daarover adviseert de NZa de staatssecretaris voor Langdurige en Maatschappelijke Zorg Nicki Pouw-Verweij.
Experiment geslaagd
Binnen het experiment werd het mogelijk om integrale zorg per uur, week of maand te declareren in plaats van de reguliere, losse prestaties. In het experiment gelden voor de integrale prestaties vrije tarieven, die in de contracten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar bepaald en vastgelegd. Dit experiment kan geslaagd worden genoemd, omdat inmiddels bijna alle gecontracteerde zorgaanbieders meedoen en de integrale tarieven de standaard zijn geworden.
Het advies van de NZa is dan ook helder: “Voor de gecontracteerde zorg ziet de NZa duidelijke meerwaarde in het regulier maken van de huidige experimentprestatie(s): integrale prestaties met een vrij tarief.”
Niet-gecontracteerde zorgaanbieders
Een heel ander verhaal wordt het als het over niet-gecontracteerde zorgaanbieders gaat: “Voor het niet-gecontracteerde deel van de zorg, inclusief Zvw-pgb, wegen de mogelijke voordelen echter niet op tegen de bijbehorende risico’s”, aldus de NZa.
Bij niet-gecontracteerde zorgaanbieders zou met name het risico op fraude met integrale tarieven te groot zijn: “Het risico op fraude neemt toe doordat het integrale tarief voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders hoger zal uitvallen dan het huidige tarief voor de prestatie verzorging. Daarnaast heeft de zorgverzekeraar bij niet-gecontracteerde zorg geen inzicht meer in de verhouding tussen de prestaties verpleging of verzorging, waardoor risicoanalyses rondom controle en fraude slechter uit te voeren worden. Deze factoren kunnen aanbieders prikkelen om lichtere cliënten te selecteren of onder te behandelen aangezien er geen contractuele afspraken met zorgverzekeraars zijn om dat te voorkomen.”
Twee regimes
De NZa wil niet dat de niet-gecontracteerde zorg, een relatief beperkt deel van de totale zorg, de verdere ontwikkeling van de gecontracteerde zorg in de weg staat. De zorgautoriteit adviseert dan ook op twee afzonderlijke regimes in te richten. “Dat wil zeggen dat gecontracteerde zorg en niet-gecontracteerde zorg verschillend worden gereguleerd. Gecontracteerde zorg met integrale prestaties en een vrij tarief. De niet-gecontracteerde zorg met meerdere prestaties met bijpassende (maximum)tarieven.”
Wet aanpassen
Zo’n duale regulering lijkt echter niet mogelijk binnen de huidige wetgeving. De Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zou hiervoor moeten worden aangepast. Daarop dringen ook Actiz, de branchevereniging van verpleeghuis-, verzorging- en thuiszorg, en Zorgverzekeraars Nederland aan. “Wanneer dit experiment afloopt, willen we dat integrale tarieven als reguliere bekostiging alleen beschikbaar zijn voor gecontracteerde aanbieders (zoals nu ook in het experiment)”, schrijven ze in een brief aan de staatssecretaris. “De NZa heeft een consultatie bij alle betrokken stakeholders gehouden en komt tot dezelfde conclusie. Dit kan alleen niet zonder wetswijziging en de NZa is niet bevoegd deze wetsaanpassing te leveren. Daarom ons nadrukkelijk verzoek aan VWS deze wetswijziging te ondersteunen en tijdig voor te bereiden zodat dit ruim voor 1 januari 2029 is gerealiseerd en na afloop van het huidige experiment het veld hiermee kan werken.”
Pouw-Verweij deelt de conclusies van NZa, Actiz en ZN, zo laat ze deze week aan de Tweede Kamer weten bij het delen van het advies. “De minister van VWS en ik werken daarom momenteel in overleg met de NZa aan een verkenning van de mogelijkheden van duale prestatie- en tariefregulering voor de wijkverpleging.”

