Wereldwijd geldt RS na malaria als de belangrijkste doodsoorzaak onder zuigelingen. In Nederland komt overlijden door het virus nauwelijks voor, maar de druk op de zorg is aanzienlijk. Jaarlijks belanden tussen de 1500 en 3000 kinderen met een RS-infectie in het ziekenhuis, van wie zo’n 150 op de intensive care. Het leidt regelmatig tot uitstel van geplande operaties of noodhulp vanuit buurlanden als Duitsland en België. Uit ervaringen in het buitenland, waar Nirsevimab al langer wordt toegepast, blijkt dat ziekenhuisopnames met ongeveer 80 procent zijn gedaald.
Immunisatie
De nieuwe prik heet Nirsevimab. Het gaat om immunisatie, niet om vaccinatie. Dat betekent dat antistoffen tegen het virus via de prik rechtstreeks in het lichaam van de baby terechtkomen. De baby hoeft die dus niet zelf aan te maken. Het effect is vrijwel direct en houdt zo’n zes maanden aan. Volgens artsen zijn bijwerkingen zeldzaam.
Flexibele timing
Het RIVM kiest voor een flexibele aanpak. Baby’s die tussen 1 oktober en 1 maart geboren worden, krijgen de prik al binnen twee weken na de geboorte. Voor kinderen die buiten die periode ter wereld komen, volgt de prik in september of oktober, voorafgaand aan het RS-seizoen.
Kinderartsen benadrukken dat het middel beschikbaar is voor alle baby’s. Daarmee moet een einde komen aan de jaarlijkse golf van ziekenhuisopnames door het RS-virus.
