Staatssecretaris Van Rijn van VWS ziet geen aanleiding om de regels rond de overname van personeel bij de aanbesteding van de Wmo aan te scherpen. Van Rijn reageert daarmee op vragen van CDA-Kamerlid Keijzer naar aanleiding van massaontslag in de Rotterdamse thuiszorg.
Bij de aanbesteding van huishoudelijke hulp kiezen gemeenten geregeld voor andere aanbieders. Voor het betrokken personeel betekent verlies van de aanbesteding dat hun baan op de tocht komt te staan. Op grond van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) zijn nieuwe aanbieders verplicht om met oude aanbieders te overleggen over de overname van personeel.
Beleidsvrijheid
Gemeenten hebben de taak om erop toe te zien dat dergelijk overleg daadwerkelijk wordt gevoerd. “De wijze waarop gemeenten toezien op het voeren van het overleg tussen de ‘oude’ aanbieder en de ‘nieuwe’ aanbieders is verder vrijgelaten”, aldus Van Rijn. “Een dergelijke beleidsvrijheid past bij de sturingsfilosofie van de Wmo. Ik zie geen aanleiding om de huidige verplichting van gemeenten aan te scherpen.”