Een gecombineerde aanpak van chronisch hartfalen met daarin een belangrijke plek voor telemonitoring kan het aantal opnames met 64 procent doen dalen. Het aantal verpleegdagen kan zelfs met 87 procent dalen.
Dit komt naar voren uit een onafhankelijk onderzoek naar telemonitoring bij het Scheper Ziekenhuis in Emmen. Het Scheper Ziekenhuis volgde twee jaar lang ruim honderd patiënten met chronisch hartfalen.
Met behulp van telemonitoring – ook wel ‘zorg op afstand’ genoemd – gaven patiënten vanuit huis dagelijks hun gewicht, bloeddruk en hartslag door aan de hartfalenpoli. Direct na een ziekenhuisopname van de patiënt werd het telemonitoring-systeem Motiva ingezet in de thuissituatie.
Effect
De dagelijkse monitoring maakt het met name mogelijk om proactief en preventief te handelen, zo leert het onderzoek. Bij veranderingen in de gezondheidstoestand van de patiënt kan door de cardioloog, verpleegkundig specialist, thuiszorg, revalidatieverpleegkundige of huisarts direct worden ingegrepen. Het grootste effect van de zorg op afstand is te zien in de afname van het aantal opnames per patiënt. Dat nam af met 26 procent. Het aantal klinische opnames daalde met 64 procent en het gemiddeld aantal verpleegdagen met 87 procent. Het aantal polikliniekbezoeken verminderde voor de hartfalenpatiënt met 39 procent.
Toekomst
Met het oog op de ontwikkeling van de patiëntenpopulatie verwacht cardioloog Michiel Nagelsmit van het Scheper Ziekenhuis veel van telemonitoring. “Het aantal patiënten met hartfalen stijgt landelijk naar verwachting tussen 2010 en 2025 met bijna vijftig procent. Dat zal in onze regio niet anders zijn”, stelt Nagelsmit. “Ook in de toekomst willen wij onze patiënten met hartfalen kunnen verzekeren van goede en betaalbare zorg. Daarom gaan we door met onderzoek naar telemonitoring. Een financiële analyse en verdere wetenschappelijke toetsing willen we volgend jaar presenteren. De inzet van zorg op afstand maakt het voor ons mogelijk om met dezelfde beschikbare tijd zorg te bieden aan een groter aantal patiënten met chronisch hartfalen.”