Aanbieders in de curatieve geestelijke gezondheidszorg (cGGZ) hoeven tot 1 januari 2015 nog geen zorgvraagzwaarte-indicator voor hun patiënten aan te leveren bij verzekeraars. Dat schrijft minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer. Zorgaanbieders kunnen deze tijd gebruiken om een alternatief te bedenken voor de huidige methode: het vermelden van de zorgzwaarte op de factuur.
Sinds 1 januari 2014 is het voor cGGZ aanbieders verplicht om de zorgvraagzwaarte-indicator van een patiënt te vermelden op de declaratie. Deze methode is belastend voor de privacy, maar de minister zag bij de invoering van de regeling in oktober vorig jaar geen minder belastende optie.
Alternatief
In juni van dit jaar hebben vijf brancheorganisaties, waaronder GGZ Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten aangegeven dat ze mogelijkheden zien om de zorgvraagzwaarte op een minder belastende manier aan te leveren aan verzekeraars. Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit hebben zich vervolgens bereid verklaard om de komende maanden met de aanbieders te onderzoeken of een alternatief daadwerkelijk te ontwikkelen en te implementeren is.
Alsnog aanleveren
Schippers geeft de partijen hiervoor tot het einde van dit jaar. Daarom stelt ze op korte termijn de ‘Regeling tijdelijke opschorting levering zorgvraagzwaarte’ vast. In die regeling staat ook dat zorgaanbieders de zorgvraagzwaarteindicator over de periode tot 1 januari alsnog via de nieuwe methode moeten doorgeven aan de verzekeraars.