Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en ouderorganisaties gaan samenwerken ter verbetering van de signalering en aanpak van kindermishandeling. Zij hebben zich daartoe verenigd in de Beweging tegen Kindermishandeling, op initiatief van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik.
Het startschot voor de beweging wordt gegeven in de Week tegen Kindermishandeling op 16 november, op basisschool Op Dreef in Utrecht. Daar gaat Nicolette van Dam in gesprek met de kinderen van groep 7 over kindermishandeling en hoe zij kunnen helpen wanneer ze het vermoeden hebben dat een klasgenootje slachtoffer is van kindermishandeling. Mishandelde kinderen die er zelf niet over durven praten, hebben volgens de taskforce mensen in de omgeving nodig die hun signalen opmerken en in actie komen.
Volgens Niko Persoon, onderwijsbestuurder en lid van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik, moet er meer gebeuren om het aantal van 119 duizend mishandelde kinderen naar beneden te krijgen. “De opvang en school zien veel, zo niet alle kinderen, en spelen daarom een belangrijke rol bij het terugdringen van kindermishandeling. Alle kinderen in Nederland verdienen het om zich optimaal te kunnen ontplooien en dat kan alleen als zij goed in hun vel zitten en zich veilig voelen.”
Meldcode
De Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik stopt eind dit jaar. De Beweging tegen Kindermishandeling, die voortkomt uit de taskforce, gaat zeker tot 1 januari 2019 door. De beweging wil alle betrokkenen stimuleren en helpen kindermishandeling aan te pakken. Dat doet ze onder meer door in gesprek te gaan over mogelijke weerstanden en belemmeringen en het verder onder de aandacht brengen van de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling.
“Het is erg belangrijk dat we de strijd tegen kindermishandeling samen voortzetten”, vindt Rinda den Besten, als voorzitter van de PO-Raad verbonden aan de beweging. “Onderwijs en kinderopvang kunnen dit ingewikkelde probleem niet alleen oplossen en hebben daar gemeenten en jeugdhulp hard bij nodig.”