De grote farmaceutische bedrijven eisen een plek aan tafel bij een gesprek over een nieuw nationaal zorgakkoord, dat na de verkiezingen mogelijk aan de orde komt. Dat heeft voorzitter Paul Korte van de branchevereniging van medicijnenfabrikanten tegenover het FD laten weten.
Met hun uitgestoken hand willen de farma-bedrijven voorkomen dat ze opnieuw buitenspel staan, zoals vier jaar geleden bij het opstellen van het hoofdlijnenakkoord. “Dat heeft ons wel verbaasd”, zegt Korte in het FD. “Pas achteraf werd duidelijk hoe belangrijk de gemaakte afspraken waren.”
Een belangrijke afspraak uit het hooflijnenakkoord betrof een maximale stijging van de ziekenhuisuitgaven van 1 procent per jaar. Dit bracht de ziekenhuizen en farmaceutische bedrijven geregeld in botsing, aangezien de kosten van nieuwe geneesmiddelen veel sneller stijgen dan het huidige budgetplafond toelaat.
Heroverweging
De farmabedrijven zeggen dat ze bereid zijn te praten over ‘een verantwoorde kostenontwikkeling’, maar willen geen onevenredige lasten dragen, aangezien medicijnen volgens hen slechts een klein deel van de totale zorgkosten uitmaken. De kostenontwikkeling nopen volgens Korte tot een fundamentele heroverweging. “Binnen de zorg moeten we wellicht andere keuzes maken, als we bijvoorbeeld zien dat kanker toeneemt en er steeds betere behandelingen komen. We moeten ons afvragen: hoe ziet de zorg van morgen eruit? Wat willen patiënten? Welke uitgaven hebben het meeste rendement?”
De farmaceutische industrie is volgens Korte bereid een bijdrage te leveren in de vorm van investeringen in patiëntvolgsystemen die nauw gezet bijhouden in welke mate diverse patiënten baat hebben bij nieuwe medicijnen. Zulke systemen moeten helpen bij het invoeren van ‘medicijnen op maat’.
Een beter patiëntvolgsysteem kan volgens Korte ook bijdragen aan een beter onderzoeksklimaat. Ook zou Nederland stappen moeten zetten om het vestigingsklimaat te verbeteren, zeker nu de Amerikaanse president Donald Trump heeft aangekondigd de regelgeving voor medicijnontwikkeling te vereenvoudigen.
In het verlengde hiervan pleit Korte voor minder regeldruk. “Nederland gaat in de uitvoering van regels nu vaak veel verder dan nodig”, vindt Korte. “Zo is er in andere landen meestal één ethische commissie die toestemming geeft voor een onderzoek onder patiënten, ook als meerdere ziekenhuizen aan het onderzoek meewerken. In Nederland heeft ieder ziekenhuis vaak een eigen ethische commissie die ook toestemming moet geven.”