De hulp voor jongeren met ernstige psychische problemen “kan en moet beter”. Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) in een brief aan de Tweede Kamer. Hij belooft hierover afspraken te maken met de partijen die bij de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren betrokken zijn.
De discussie over acute hulp aan suïcidale tieners kwam op stoom, toen de ouders van een 16-jarig meisje via de media aandacht zochten. Pas toen Van Rijn de ggz vermaande, werd passende zorg voor het meisje georganiseerd.
“De zoektocht naar passende hulp of een passende plek voor jeugdigen met complexe psychische problemen vormt een zware belasting voor jeugdigen en hun ouders”, schrijft Van Rijn. “De vele doorverwijzingen en overplaatsingen en het steeds weer overdragen van de regie op het behandelproces, leidt soms tot gevoelens van onmacht en wanhoop bij jeugdigen en hun ouders. Dit kan en moet beter.”
De staatssecretaris ziet de oplossing in betere samenwerking en professionele coördinatie. Zo moet het aantal doorplaatsingen van de ene instelling naar de andere worden beperkt en moeten ouders hierin beter worden begeleid. “Ik ga hierover afspraken maken met de sector”, belooft hij de Kamer.
Samen inkopen
Van Rijn verwacht van gemeenten en zorgaanbieders dat zij hierin de verantwoordelijkheid nemen. Gemeenten zijn sinds januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Deze overheveling had betere zorg dichter bij jongeren moeten brengen, maar heeft er juist voor gezorgd dat de zorg meer versnipperd is geraakt, klinkt het uit de sector.
De bewindsman wil gemeenten die onvoldoende samenwerken kunnen verplichten om gezamenlijk specialistische jeugdhulp in te kopen. Een wetsvoorstel hiertoe ligt voor advies bij de Raad van State. Deze wetswijziging is nodig omdat de bestaande mogelijkheid in de Jeugdwet om nadere regels te stellen per 1 januari 2018 zou komen te vervallen.
Regionale aanpak
Met de ggz-sector wil Van Rijn afspraken maken over de inrichting van regionale expertteams. Deze teams van deskundigen zouden in complexe situaties waarin de reguliere hulpverlening er niet uitkomt of dreigt te komen een bindend advies moeten kunnen uitbrengen.
Tot slot ondersteunt het ministerie van VWS de regionale aanpak van suïcidepreventie, onder de noemer Supranet (Suïcide Preventie Actie Netwerk) Community. Dit programma wordt door de Stichting 113Zelfmoordpreventie aangeboden aan zes proeftuinregio’s die effectieve suïcidepreventie-netwerken willen opbouwen met huisartspraktijken, wijkteams, het ziekenhuis, de basis en gespecialiseerde GGZ, scholen, het UWV en de GGD.
Het voortouw hierbij ligt wederom bij de gemeenten die samen met de scholen en andere stakeholders een regionale aanpak ontwikkelen, aldus de staatssecretaris.