De inzet van praktijkondersteuners jeugd, die huisartsen bijstaan als jongeren hulp nodig hebben, is in Leeuwarden een succes gebleken. Het leidt in de gemeente tot minder doorverwijzingen naar zwaardere jeugdhulp en flinke besparingen.
Dat schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Twee jaar geleden startte in Leeuwarden een proef met praktijkondersteuners jeugd. Sindsdien werken bijna alle huisartsen ermee. De praktijkondersteuners zijn opgeleid als orthopedagoog of kinderpsycholoog en helpen de huisarts zes uur per week met jongeren die aankloppen met psychosociale klachten.
In het eerste kwartaal van 2017 werd nog maar 22 procent van de om hulp vragende jongeren doorverwezen naar de specialistische zorg. Op termijn levert dit een nettobesparing op van jaarlijks bijna 1 miljoen euro, zo becijferde de gemeente. “Je kunt ervan uitgaan dat destijds 100 procent van de jeugd met een hulpvraag werd doorverwezen,” zegt wethouder Marianne van Hall (CDA). “Dat dit nu nog maar 22 procent is, kun je als een enorme vooruitgang beschouwen.”
Complex
Volgens Van Hall krijgen huisartsen steeds vaker “complexe zaken op hun bordje”. “Daar hebben ze gewoonweg geen tijd voor en dus sturen ze een kind snel door naar een specialist. De praktijkondersteuner is eigenlijk een soort poortwachter met verstand van zaken die een of twee gesprekken voert en als het moet iemand doorverwijst. Zo krijgt de jongere beter antwoord op zijn hulpvraag en wij merken het in de portemonnee.”
De gemeente Leeuwarden neemt momenteel de kosten voor de inzet van de praktijkondersteuners voor haar rekening. De gemeente voert op dit moment gesprekken met de zorgverzekeraar over de toekomstige financiering. Van Hall: “Door te laten zien wat het kan opleveren en dat praktijkondersteuners ook preventief werken, hopen we de zorgverzekeraar te overtuigen een bijdrage te leveren.”