Psychiatrische patiënten vinden lastiger gehoor in de medisch-specialistische sector, terwijl meer dan 60 procent van deze groep ook lichamelijke aandoeningen heeft. Psychiater Wiepke Cahn pleit in Zorginstituut Magazine voor integratie van psychiatrie en andere medische specialismen. “Laten we niet in hokjes denken, maar lichamelijke en psychische aandoeningen als één geheel zien.”
Wiepke Cahn is hoogleraar lichamelijke gezondheid bij psychiatrische aandoeningen bij het Hersencentrum van het UMC Utrecht en bij Altrecht. Ze runt een speciale polikliniek bij UMC Utrecht voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen en zogeheten somatische comorbiditeit, vaak diabetes, longproblemen, hart- en vaatziekten en obesitas. “We screenen deze patiënten, brengen hun leefstijl in kaart en kijken naar de bijwerkingen van de medicatie. Tot slot krijgen ze een advies hoe ze stap voor stap hun leefstijl kunnen verbeteren”, zegt Cahn in Zorginstituut Magazine.
Psychiatrische patiënten gaan niet zo snel naar de dokter, volgens Wiepke Cahn, de drempel is hoog. “Ze zijn bang dat hun lichamelijke klachten als ‘psychisch’ afgedaan worden. Zo had ik een patiënt met een psychose die kampte met ernstige buikklachten. Als je psychotisch bent, kun je niet zo goed verwoorden wat er aan de hand is. Hij werd verwezen, maar het duurde langer dan nodig was. Was het niet psychisch? Kwam het niet door stress? Uiteindelijk bleek dat hij een ernstige colitis ulcerosa had, een chronische ontsteking van het slijmvlies van de dikke darm.”
Zenuwarts
Cahn roept specialisten op om niet in hokjes te denken, maar lichamelijke en psychische aandoeningen als één geheel te zien. “Vroeger had je de zenuwarts, die zowel neurologie als psychiatrie in één persoon verenigde. Het ontstaan van het aparte specialisme psychiatrie heeft ertoe geleid dat we afgesplitst zijn geraakt van de rest van de geneeskunde.”
Met de huidige gescheiden financiering is het vrijwel niet mogelijk om een hereniging goed vorm te geven, volgens Cahn. Ze pleit voor pilots waarin wordt onderzocht hoe de verschillende financieringsstromen kunnen worden geïntegreerd. “Zorgverzekeraars willen uitkomsten meten. Laten we uitzoeken hoe we dat op een andere manier kunnen doen dan nu gebeurt in onze gescheiden vakgroepen.”
“We moeten meer met elkaar optrekken en naar de patiënt als geheel kijken: wat kunnen we samen betekenen voor deze man of vrouw? Met een mooi integraal behandelplan kunnen we de kwaliteit van leven echt verbeteren.” De integratie begint volgens Cahn al in de eerste lijn. Door de recente transities krijgt de huisarts veel meer mensen met chronische psychiatrische klachten op het spreekuur.
“Samen moeten we kijken hoe we de integratie zo goed mogelijk kunnen organiseren. Dat betekent bijvoorbeeld dat psychiatrische patiënten gewoon meedraaien in het cardiovasculair risicomanagement en in de diabetesprogramma’s. Ik merk dat huisartsen zeer bereidwillig zijn en dat een aantal zich specialiseert in psychiatrie. Ik ben ook blij dat er op sommige huisartsenposten ervaren psychiatrische verpleegkundigen meedraaien.”
Hokjesdenken
Het hokjesdenken in de medische wereld werkt volgens haar ook andersom: bij somatische patiënten blijven psychiatrische problemen vaak “onderbelicht of zelfs onontdekt”. Ze verwacht dat als daar meer beleid voor komt, uiteindelijk ook de prognose van de lichamelijke aandoening zal verbeteren. Uitkomsten van groepstherapie in de oncologie wijzen volgens Cahn inderdaad in die richting, bovendien is er minder kans op terugval.
Bij de pijnpoli in het ziekenhuis is vaak een ziekenhuispsychiater aanwezig, maar er zijn meer vakgebieden waarbij dat volgens haar zinvol zou zijn, zoals cardiologie en diabetologie. Hierdoor kunnen specialisten niet alleen betere zorg leveren, maar krijgen ze ook meer inzicht in de samenhang van ziekten die samenkomen in één persoon. “Zo komen bipolaire stoornissen vaak voor bij mensen met schildklierproblemen en bij schizofrenie zie je vaak diabetes. Voor een deel wordt dat door medicijnen veroorzaakt, voor een deel is het familiaire kwetsbaarheid en een ander deel moet nog onderzocht worden. Een boeiend en nog onontgonnen gebied.”