Huisartsen hoeven veel minder vaak naar jeugdzorg te verwijzen als zij een speciale praktijkondersteuner voor de jeugd hebben. Dat blijkt uit een proef die sinds 2015 bij negen huisartsen in Enschede loopt.
Omdat de praktijkondersteuner goedkoper is dan de jeugdzorginstelling, levert dit een besparing van 200 duizend euro per jaar op, zo meldt RTV Oost.
Dat is goed nieuws voor de gemeente Enschede. Die kampt al jaren met tekorten op het budget voor jeugdzorg en ziet in de speciale praktijkondersteuner een middel om de kosten te beperken. De gemeente wil de proef dan ook uitbreiden. De komende jaren kunnen alle huisartsenpraktijk een praktijkondersteuner voor de jeugd krijgen.
Buikpijn en pesten
Uit de proef bij de negen Enschedese huisartsenpraktijken blijkt dat 80 tot 85 procent van de jongeren die er aanklopten, géén hulp nodig hadden van een jeugdzorginstelling. Een kwart van de jeugdigen moest uiteindelijk wel worden doorverwezen.
Veel van de problemen waar de kinderen en jongeren mee kampten bleken met vijf a zes gesprekken met de praktijkondersteuner te kunnen worden opgelost. Het gaat dan om bijvoorbeeld onverklaarbare buikpijn bij pubers, onzekerheidsissues, nachtmerries, onverwerkt trauma door bijvoorbeeld het zien van een ongeluk en pestgedrag.