Business concept: Folder on digital background, Achievement, Branding, Computer Monitor, Card Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
Zorgorganisaties die een nieuw elektronisch patiënt dossier invoeren moeten vooraf goed uitzoeken welke verwachtingen de eindgebruikers hiervan hebben. Deze verwachtingen zijn namelijk van invloed op het succes van de implementatie. Een van de verwachtingen die moet worden gemanaged is die met betrekking tot de documentatielast. Die neemt na invoering van een epd licht toe, zo blijkt uit het onderzoek waarop Erik Joukes afgelopen maand aan de UvA promoveerde.
Joukes deed onder meer onderzoek bij twee academische centra die gezamenlijk hetzelfde epd invoerden, maar daaraan voorafgaand verschillende manieren hadden waarop gegevens werden vastgelegd. Het ene academische centrum had een papieren patiëntendossier, het andere een verouderd epd. “Of een organisatie voor het eerst een epd implementeert, een verouderd epd vervangt met een nieuw systeem, of overgaat van vrije tekst naar gestructureerd vastleggen van gegevens, alle verandering is moeilijk”, schrijft Joukes in zijn proefschrift.
Kwaliteit en hergebruik van data
Het implementeren van een epd is volgens de onderzoeker een socio- technisch proces waarbij niet alleen het systeem een rol speelt maar ook de grote hoeveelheid aan werkprocessen en menselijke interacties die veranderen. De manier waarop zorgverleners het nieuwe systeem en de nieuwe werkprocessen ervaren, beïnvloedt het succes van het nieuwe epd.
De verwachtingen van zorgmedewerkers zijn niet alleen van invloed op de manier waarop zijn het epd uiteindelijk gebruiken. Ze hebben ook effect op de gegevenskwaliteit en de mogelijkheden voor hergebruik van de gegevens. “Om de slagingskans van een epd-implementatie te maximaliseren is het belangrijk om rekening te houden met de verwachtingen van zorgverleners ten aanzien van de implementatie, vóórdat het daadwerkelijke implementatieproces start”, stelt Joukes.
Papier of verouderd epd
Volgens de onderzoeker maakt het wel wat uit of zorgmedewerkers eerder met papieren dossiers of met een verouderd epd werkten. In het centrum dat voorheen op papier gegevens vastlegde, ervoeren het personeel na de implementatie een vooruitgang op zowel epd-gebruik, als in de kwaliteit van de gegevens en de mogelijkheden voor hergebruik van de data. In het centrum dat eerst in een verouderd epd werkte, ervoeren de medewerkers juist een verslechtering in het epd-gebruik en hergebruik van gegevens.
“Met name centra met een verouderd epd moeten de verwachtingen onderzoeken omdat deze anders en minder scherpomlijnd kunnen zijn dan die in centra met papieren patiëntendossiers. Deze verwachtingen moeten vervolgens adequaat worden aangepakt om een succesvolle implementatie te kunnen bereiken”, concludeert Joukes.
Documentatielast
Een punt waarop volgens Joukes in het bijzonder realistische verwachtingen moeten worden geschapen betreft de administratieve of documentatielast. Uit zijn onderzoek blijkt dat deze namelijk licht toeneemt. Tegelijkertijd moeten medewerkers wel goed geïnformeerd worden over de voordelen die voor hen beschikbaar komen in de nieuwe situatie, benadrukt hij.
Joukes keek voor zijn onderzoek naar de tijd die artsen kunnen besteden aan patiëntenzorg. “Artsen besteden ongeveer 35 procent van hun tijd aan het vastleggen van patiëntgegevens”, legt de onderzoeker in zijn proefschrift uit. “Zij maken zich zorgen dat ingebruikname van een gestructureerd en gestandaardiseerd epd zal leiden tot verhoogde documentatietijd en minder tijd voor patiëntenzorg, met name tijdens consulten.”
Minder tijd voor patiënt
Deze zorg van de artsen blijkt terecht, zo blijkt uit de vergelijking tussen het centrum met het papieren dossier enerzijds en het centrum met het verouderde epd anderzijds. “In het centrum met het verouderde epd was de implementatie geassocieerd met een significante daling (8.5 procent) van de tijd die aan patiëntenzorg is besteed”, schrijft Joukes. “In het voormalig op papier gebaseerde centrum vonden we daarentegen een significante stijging in bestede tijd aan documentatie (8.3 procent) en een daling in gecombineerde tijd voor patiëntenzorg en documentatie (4.6 procent).”
Normal
0
21
false
false
false
NL
X-NONE
X-NONE
/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:Standaardtabel;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-parent:””;
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin-top:0cm;
mso-para-margin-right:0cm;
mso-para-margin-bottom:10.0pt;
mso-para-margin-left:0cm;
line-height:115%;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:11.0pt;
font-family:”Calibri”,”sans-serif”;
mso-ascii-font-family:Calibri;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-hansi-font-family:Calibri;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;
mso-fareast-language:EN-US;}