Bestuurders en toezichthouders in de semi-publieke sector opgelet! De wettelijke positie van bestuurders en toezichthouders bij woningcorporaties en zorg- en onderwijsinstellingen wordt aangescherpt.
Het kabinet zet het aansprakelijkheidsrecht in als instrument om goed bestuur en toezicht te stimuleren. Het idee is dat de wetenschap van mogelijke aansprakelijkheid onzorgvuldig gedrag ontmoedigt. Daarbij zet het kabinet in op vier pijlers.
Uitbreiding taken en bevoegdheden
Voor onderwijsinstellingen is nu al de goedkeuring van de raad van toezicht nodig voor de begroting en het jaarverslag en voor het aanwijzen van een accountant. Bij zorginstellingen heeft de raad van toezicht nu al een eigen verantwoordelijkheid om van de raad van bestuur alle informatie te verlangen die nodig is voor een behoorlijke taakuitoefening.
Nieuwe regels en wetten
Om de greep van toezichthouders op het bestuur te verstevigen, verkrijgt ook bij woningcorporaties de raad van toezicht een goedkeuringsrecht ten aanzien van belangrijke bestuursbesluiten. Toezichthouders dienen zich bovendien niet langer alleen te richten naar het belang van de instelling op wie zij toezicht houden, maar ook naar het maatschappelijke belang en naar het belang van de betrokken belanghebbenden.
De instelling van een toezichthoudend orgaan wordt breed en wettelijk verankerd, met een eveneens wettelijke taakomschrijving. Een wettelijk verankerde taakomschrijving moet ervoor zorgen dat deze voor de toezichthouders in alle sectoren dezelfde is. Ook nieuw is dat bestuurders en toezichthouders straks niet langer mogen deelnemen aan de besluitvorming, als zij een tegenstrijdig belang hebben. Dat moet voorkomen dat zij hun persoonlijke belang laten prevaleren boven het belang van de instelling die zij dienen.
Lagere drempel voor aansprakelijkheid
Voor de bestuurder regelt artikel 2:9 BW al de interne aansprakelijkheid. Een bestuurder is tegenover de stichting of vereniging aansprakelijk in geval van onbehoorlijk bestuur. Daarvan is sprake als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt van zijn onbehoorlijke taakvervulling. Op dit moment ontbreekt een regeling voor de aansprakelijkheid van toezichthouders van stichtingen en verenigingen. Daar komt verandering in. Voor toezichthouders in de corporatie- en zorgsector wordt artikel 2:9 BW van overeenkomstige toepassing verklaard.
Enquêterecht
De zorgsector kent voor cliëntenraden al wel een enquêterecht. In de corporatiesector verkrijgen de minister en huurdersorganisaties ook een enquêterecht. In de onderwijssector gebeurt voor medezeggenschapsorganen mogelijk hetzelfde.
Uitbreiding strafrechtelijke mogelijkheden
In het wetsvoorstel verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit wordt misbruik van gemeenschapsgeld strafbaar gesteld. Daarnaast wordt het niet-naleven van de administratieplicht strafrechtelijk gesanctioneerd.
Het strafrecht wordt ook aangepast in de fase voorafgaand aan een faillissement. Bij semi-publieke instellingen kan het voorkomen dat de overheid moet ingrijpen om een faillissement te voorkomen. Op dit moment is het niet mogelijk om de bestuurders te vervolgen, wanneer het niet daadwerkelijk tot een faillissement komt. Ook daar komt verandering in, zodat ook het handelen waarvan een instelling ernstig nadeel ondervindt, zonder dat het tot een faillissement komt, strafrechtelijk kan worden vervolgd.
Ook extern toezicht wordt versterkt
De bevoegdheden van de minister worden danig uitgebreid. De minister kon al bepalen dat een woningcorporatie voor bepaalde handelingen goedkeuring moest krijgen. Daar komt nu bij dat de minister ook een aanwijzing kan geven, de geschiktheid van bestuurders en toezichthouders kan toetsen, toezichthouders kan schorsen, de Ondernemingskamer kan verzoeken om toezichthouders te ontslaan en de rechtbank kan verzoeken om de woningcorporatie onder bewind te stellen.
Ontslag toezichthouders
In de onderwijssector gaat de minister vastleggen in welke gevallen de toezichthouder de onderwijsinspectie moet gaan informeren over zaken die hij in zijn rol van toezichthouder tegenkomt. In de zorgsector kan de minister nu al een aanwijzing geven. Bestuurders kunnen al op verzoek van iedere belanghebbende door de rechtbank worden ontslagen. Die mogelijkheid wordt uitgebreid tot het ontslag van toezichthouders.
Aanscherping aansprakelijkheidsregels
Aan een rol als toezichthouder worden steeds meer eisen gesteld. De tijd dat je als toezichthouder achterover kunt leunen, is al lang voorbij. De aanscherping van de aansprakelijkheidsregels is de volgende stap in verbetering van het toezicht.
Nuances
Bij het voorgaande passen ook enige nuancerende opmerkingen. Het is wat mij betreft niet de bedoeling dat toezichthouders zich door de aanscherping van de aansprakelijkheidsregels opgejaagd gaan voelen. Toezichthouders moeten niet gaan besturen, in de veronderstelling dat ze daarmee goed toezicht houden. Het blijft de taak van de bestuurder om te besturen. Daarbij is geen rol weggelegd voor de toezichthouder. Want een toezichthouder die zich daadwerkelijk als bestuurder gedraagt, zal ook op die gedragingen kunnen worden aangesproken. Dan sluit ik niet uit dat het middel ernstiger is dan de kwaal.
Remco Vissink
Advocaat bij DUDOK Bouw- en Vastgoedrecht
Toezichthouder bij een zorginstelling