Arjen Robben, wie kent hem niet, was drie jaar geleden de grote pechvogel. Hij miste in de finale van het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika tweemaal een grote kans alleen voor de keeper. Het werd een verlenging en vlak voor het einde van de verlenging schoot Iniesta de Spanjaarden naar de titel, het Nederlands elftal verloor voor de derde keer een WK-finale.
Robben had geschiedenis kunnen schrijven. Vorig jaar werd hij zelfs de schlemiel door in een strafschoppenserie de beslissende penalty te missen in de finale van de Champions League. Hij werd verguisd door heel Duitsland. Mei dit jaar zorgde hij met een beslissend doelpunt vlak voor tijd alsnog dat Bayern München die titel behaalde. Hij is nu weer de gevierde held. Onze Arjen. Winnaars zijn van ons.
Gedupeerd team
Die twee grote missers van Robben zorgden niet alleen voor diepe rouw bij hele volksstammen, ze zorgden er ook voor dat al zijn medespelers hard werden getroffen. Zij misten allemaal hun overwinningspremie van vele tonnen. Bovendien konden ze een felbegeerde titel niet op hun CV bijschrijven en stagneerde hun marktwaarde. Ze waren dus behoorlijk gedupeerd, zowel financieel als sportief. Menigeen voelde zich tekort gedaan. Er zal ongetwijfeld stevig zijn gevloekt. Maar is er een speler geweest die de stoute schoenen aantrok en naar de rechter is gestapt om Robben aansprakelijk te stellen voor de geleden schade?
Aansprakelijkheid
Voetbal is een teamsport. Spelers zijn elkaars teamgenoten. Zij hebben allemaal hetzelfde doel: de tegenstander verslaan. Veel middelen zijn geoorloofd. Een scheidsrechter houdt toezicht op het spel en past de spelregels toe die iedere speler geacht wordt te kennen. Niet altijd wint het beste team. Geluk en pech gaan hand in hand. Het ligt in de aard van het spel om de tegenstander te verleiden tot fouten. Misschien is meer dan de helft van het aantal gescoorde doelpunten het gevolg van fouten.
Reactie na fout
In de gezondheidszorg is iets bijzonders aan de hand. Patiënten lijken wel tegenover hun zorgverleners te staan. Maakt een dokter een fout, dan gebeurt het niet zelden dat een patiënt of diens nabestaande een klacht of een claim indient en de dokter aansprakelijk stelt. Iedereen weet dat in dergelijke gevallen een begripvolle en zorgvuldige communicatie veel extra leed kan voorkomen. Op 19 juni 2013 stond een artikel in de Volkskrant over de ouders van Yannick, een baby die enkele jaren geleden ernstige verbrandingen opliep in een couveuse. Een vreselijk voorval met blijvende gevolgen. De ouders strijden nog steeds voor het tuchtcollege om de erkenning van de fout van de behandelende arts. Een week eerder, op 11 juni, schreef dezelfde krant over Suzanne Martens, een vrouw van 35 jaar. Naast het verhaal stond een indrukwekkende foto van haar, oefenend aan een looprek, haar rechterbeen geamputeerd. Ze had kort na de bevalling van haar kind vreemde klachten, die artsen, ook na allerlei onderzoeken, niet wisten te duiden. Een typisch voorbeeld van een opeenstapeling van missers. Uiteindelijk bleek het om een uitzonderlijke soort botsarcoom te gaan.
‘Mensen vragen me weleens of ik boos ben op de specialisten die het niet hebben gezien. Dat ben ik niet. Ik wil de tijd die ik nog heb niet gefrustreerd doorbrengen. De orthopeed heeft nooit meer contact met me opgenomen. Ik hoor dat hij via via informeert naar me, maar ik denk dat hij van het ziekenhuis geen contact mag hebben omdat ze bang zijn voor claims. Toch overweeg ik niet om een zaak te beginnen. De orthopeed heeft hier nooit kwade bedoelingen mee gehad. Zo zit ik ook niet in elkaar. Bovendien wil ik door. Ik kijk vooruit. Ik wil nog mooie dingen doen met mijn man en mijn zoontje. Het verandert ook niets aan mijn situatie. Maar wat ik wel wil, is artsen en patiënten duidelijk maken dat deze ziekte bestaat. Ik zou willen dat andere mensen dit bespaard blijft.’
Wat een indrukwekkende reactie! Een meelevend toonbeeld voor alle patiënten met kwalen waar de zorg (nog) geen passend antwoord op heeft. Haar strijd richt zich tegen de onwetendheid over haar kwaal en niet tegen personen.
Rol van patiënt
Patiënten. Soms lijkt het erop dat zij een aparte groepering in onze samenleving vormen. Het laatste, drukbezochte IGZ-congres op 20 juni ging over de rol van de patiënt. Ronnie van Diemen, de Inspecteur Generaal van IGZ, belichtte dit aspect op heel persoonlijke wijze en met eigen ervaringen. Iedere burger is op enig moment patiënt dan wel potentieel patiënt. Het gaat ons allemaal aan. Het gaat ons ook allemaal aan onze verwachtingen te temmen. Van Diemen pleit ervoor dat zorgverleners en patiënten elkaars partners zijn. Ik deel die opvatting, maar zou hem willen aanscherpen. Zorgverleners en patiënten zijn teamgenoten. Zij spelen in hetzelfde team. De tegenstander van de patiënt is niet de zorgverlener die wordt aangeklaagd als hij een fout maakt, nee, de tegenstander is de kwaal. De patiënt is lid van het behandelteam en samen bestrijden ze die kwaal. Met open vizier en met volle kracht, samen voor in de strijd. Meestal gaat dat prima, soms valt het tegen. De belangrijkste spelregels zijn vertrouwen, openheid en eerlijkheid. Maar ook de aanvaarding dat niet alles lukt en niet elke wedstrijd gewonnen kan worden.
In de sport wordt dat ‘all-in-the-game’ genoemd. En er is altijd wel weer een volgende voetbalwedstrijd met nieuwe kansen. Dat is in de zorg niet altijd het geval. Daar is iedere wedstrijd vaak een finale. Soms win je, soms verlies je. Als je wint doe je dat samen met je team, als je verliest ook.
Jacques de Bekker
Directeur Triaspect