Ik neem een behoorlijk risico. Risico om harde kritiek te krijgen van zorgprofessionals op mijn blog.
In aanloop naar mijn betoog een korte inleiding. Een van de grote veranderingen van de afgelopen jaren in de VVT is de verschuiving van de indicatiestelling van CIZ naar de wijkverpleging in 2015. Er zijn meerdere modellen voor anamnese en diagnose beschikbaar: Omaha Systems, NANDA-I (in combinatie met NIC/NOC) maar ook RAI en ICF worden genoemd. Het betreft hier verschillende classificatiesystemen waaruit een keuze moet worden gemaakt. Tot zover vertel ik geen nieuws.
Ondersteuning
Om de indicatiestelling goed uit te voeren, zoeken de wijkverpleegkundigen naar middelen ter ondersteuning van deze taak. Het nut van een methodiek wordt door de beroepsvereniging V&VN onderschreven. Een systematische aanpak is van belang om te voorkomen dat er verschillen ontstaan tussen de indicaties van verschillende professionals. Binnen één organisatie is dat te borgen door te kiezen voor één methodiek, een uniforme werkwijze en via scholing. Wanneer deze informatie gedeeld moet worden met andere professionals buiten de eigen organisatie is eenheid van taal en de betekenis van groot belang, de zogenaamde semantiek.
Niet mogelijk
Hier gaat het mis. De eenheid van taal binnen de wijkverpleging is binnen Nederland niet voldoende geregeld. Om de vergelijking wat te vereenvoudigen: er is een grote groep die Duits spreekt, een veel kleinere groep spreekt Engels en oh ja, er zijn er ook nog een paar die vinden dat Spaans veel mooier is.
Op die manier is communiceren op gestandaardiseerde wijze tussen organisaties niet of nauwelijks mogelijk. Eén op één vertalen is bij indicatiestelling vaak niet mogelijk. Omaha Systems kent vier domeinen, NANDA-I en RAI kennen er dertien, maar bij NANDA-I zijn dit andere dan bij RAI. En zo zijn er nog meer obstakels. Maar laat ik niet te veel op de details ingaan, anders raken we verwijderd van de essentie.
Geen landelijke standaard
Er zijn meerdere standaarden die geschikt zijn, maar er is geen landelijke standaard afgesproken. En zoals het er nu voor staat, gaat die er ook niet komen. Want een landelijke standaard komt er alleen als deze door gezaghebbende partijen wordt uitgeroepen. De landelijke overheid trekt zich terug van dergelijke taken en laat het over aan marktpartijen. Verzekeraars kijken de kat uit de boom, gemeenten voelen zich nog niet geroepen om ten aanzien van de thuiszorg de regie naar zich toe te trekken. Brancheorganisaties hebben te weinig zeggenschap en softwareleveranciers maken (bijna) alles wat er gevraagd wordt.
Kwaliteit versus kwantiteit
Een gedegen diagnose kan worden verkregen met de NANDA-I en is daarmee de meest kwalitatieve keuze. Wilt u met grote stappen gauw thuis zijn, dan ligt Omaha Systems voor de hand. Is men onbewust onbekwaam door deze laatste systematiek te gebruiken? Of is vooral de marketing rondom Omaha Systems beter uitgevoerd? Wellicht gaat hier de vergelijking op met de videosystemen van begin jaren ’80; Video 2000 van Philips was kwalitatief beter maar VHS werd de standaard.
Komt het nog goed?
De zorgprofessionals zijn aan zet. De beroepsvereniging V&VN dient de gelederen professioneel te sluiten en een keuze te maken. Zij dient de krachten te bundelen, samen met de brancheverenigingen. Zij zijn in staat om de financiers van de zorg in Nederland te mobiliseren. Alleen dan ontstaat er een goede kans op een landelijke standaard voor de verpleegkundige indicatiestelling.