KISS – keep it simple, stupid – is zo’n typisch Amerikaans acroniem dat bij ons irritatie oproept maar daarom nog wel een relevante boodschap kan bevatten. Ook voor de zorgsector.
Het nieuwe jaar is net begonnen, maar de complexe organisatie van de zorgsector heeft al weer veel rumoer opgeleverd, over onverklaarbare verschillen tussen ziekenhuisprijzen, of over foutieve declaraties van tandartsen.
Fraude? Dat ligt ingewikkeld…
En het klopt: de zorg is ingewikkeld. Zelfs de Nederlandse Zorgautoriteit – die de meeste regels opstelt én toezichthouder is – kan het af en toe niet helemaal meer volgen. Vlak vóór de Kerst publiceerde de NZa een onderzoek naar zorgfraude, met de nodige smeuïge voorbeelden: een tandarts die 123 kiezen trekt bij dezelfde patiënt. Maar wat blijkt: er zijn gewone en herstelnota’s bij elkaar op geteld, waardoor er in werkelijkheid maar voor drie extracties is betaald. En zo zijn er inmiddels nog meer fouten in de analyse geconstateerd. Daarbij komt dat het overgrote deel van de declaraties wél deugt. Maar intussen wordt er een suggestief beeld neergezet: de zorgverlener is een fraudeur, de zorgverzekeraar een sukkel die alles maar betaalt, en de burger snapt er niets meer van. Waar politiek en media dan weer op inspelen: meer controleurs, meer regels, zwaardere sancties.
Meer toezicht is heilloos
Dat is een heilloze weg. Natuurlijk moet er toezicht zijn, en moeten zorgverzekeraars rekeningen kunnen controleren op juistheid. De aanbevelingen van de NZa sluiten daar ook op aan: door de mogelijkheden voor steekproefsgewijze controle te verruimen, door het mogelijk te maken dat zorgverzekeraars aanbieders uitsluiten van vergoeding en door zorgverzekeraars te belonen voor hun inspanningen op het gebied van controle en fraudebestrijding. Deze maatregelen kunnen helpen om het declaratieproces verder te verbeteren en fraude te voorkomen. Maar de sleutel ligt bij een andere aanbeveling, die gelukkig ook in het rapport is opgenomen: zorg voor heldere regelgeving.
Heldere regelgeving
Heldere, eenvoudige en tijdige regelgeving. Die is niet alleen nodig om te komen tot betere declaraties. Minstens zo belangrijk is het dat zorgverleners en zorgverzekeraars weten waar ze aan toe zijn en hun werk goed kunnen doen, zonder perverse prikkels, zonder overbodige administratieve lasten en met voldoende voorbereidingstijd. En dat alles in het belang van patiënten en verzekerden, die gebaat zijn bij een efficiënte uitvoering én hun keuzes moeten kunnen baseren op begrijpelijke informatie.
Houd HLZ behapbaar
Maar hoe krijgen we dat voor elkaar? De ervaring leert dat bij veranderingstrajecten in de zorg – denk aan de invoering van de DBC’s, en later DOT – helderheid, eenvoud en tijdigheid vaak ver te zoeken waren. We staan nu opnieuw voor een belangrijke verandering, de hervorming van de langdurige zorg (HLZ) per 1 januari 2015. Het lijkt erop staatssecretaris Van Rijn kan rekenen op brede steun voor de hoofdlijn van zijn plannen, in de politiek, maar ook in het zorgveld. Tegelijkertijd is de behandeling van de verschillende wetsvoorstellen nog niet begonnen, laat staan dat er al duidelijkheid is over lagere regelgeving.. Wat gaat er veranderen in de bekostiging van de wijkverpleging? Hoe ziet de verzekeringsaanspraak er straks uit, en wat is de precieze afbakening tussen het gemeentelijke domein en de verzekerde zorg? Wat gebeurt er met de nominale premie? Vragen te over, en zeer weinig tijd om die te beantwoorden. Vandaar mijn oproep aan de overheid: geef nu duidelijkheid! Zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten en vooral burgers moeten op zeer korte termijn weten waar ze aan toe zijn. Daarbij moeten ook keuzes worden gemaakt om de implementatie uitvoerbaar te houden. Hebben we echt een nieuwe Wet Langdurige Zorg nodig, of kan de AWBZ, ook na de voorziene overhevelingen, nog een jaartje mee? Moeten we de huidige bekostiging van de functies verpleging en verzorging, en van de GGZ, niet even in stand houden? De absolute prioriteit ligt bij een verantwoorde overheveling van verpleging en verzorging naar de zorgverzekering, en van ondersteuning en begeleiding naar de WMO. Mijn advies: keep it simple, staatssecretaris.
Pieter Hasekamp
Algemeen directeur Zorgverzekeraars Nederland (ZN)