Mag de marktwerking als een succes worden beschouwd? Deze vraag valt amper te beantwoorden, want marktwerking is een containerbegrip. Het gaat immers niet alleen over hoe we ‘de markt’ in de steigers hebben gezet, maar evengoed over de dynamiek daarbinnen.
Dan heb ik het dus ook over de relatie die zorgverleners onderling hebben. Wat onszelf betreft, over hoe huisartsen geacht worden zich tot elkaar te verhouden. Kijken we daarnaar, dan zien we een impliciet misverstand bij de wetgever. Die zou het volgende kabinet moeten herstellen.
Concurrenten
Wat is de aanname van de zorgverzekeringswet? Dat (ook) huisartsen geacht worden elkaar als concurrent te zien en daarnaar te handelen. Van huisarts A wordt verwacht dat hij, zoals dat in een echte markt gaat, zijn collega B zo veel mogelijk aftroeft omwille van omzet en winst. Juist dit staat haaks op de kern van de huisartsenzorg.
Huisartsenzorg is continue zorg, door de levensloop heen. Hoe langer en intensiever de relatie tussen patiënt en huisarts, hoe beter de – integrale – huisartsenzorg geboden kan worden. Een aandoening wordt niet los gezien, maar in relatie tot andere medische klachten én de sociale context van de patiënt. Voor het heden is het verleden belangrijk. Een gemeenschappelijke historie van patiënt en huisarts is de kern! Vandaar dat wij de inschrijving op naam kennen, om die relatie te onderstrepen (hetgeen niet wegneemt dat een patiënt natuurlijk altijd van huisarts mag wisselen als hij dat wil).
Weggeplukt
Medisch gezien is het niet in het belang van de patiënt als hij van de ene naar de andere huisarts hopt als daar geen echte reden voor is. Anders gezegd: als hij door huisarts A wordt weggeplukt door huisarts B, puur uit commerciële overwegingen van de eerste. Een kostbare relatie en een gemeenschappelijke historie worden dan immers doorbroken, waardoor medisch gezien risico’s kunnen ontstaan.
Toch is dat wat de wetgever impliciet van de huisarts verlangt. Dat hij zijn collega ziet als concurrent en zijn patiënt als handel. De wetgever, die dit wil aanjagen, dient wat dit betreft tot inkeer te komen. Het wisselen van huisarts vanwege louter commerciële marktprikkels is medisch schadelijk voor de patiënt.
Onder druk
Bovendien geldt dat het goede in de huisartsenzorg tot stand is gekomen door intensieve samenwerking. Onderlinge concurrentie tussen huisartsen zet die samenwerking onder druk. Dat mag niet. Huisartsenzorg is samenwerkingszorg. Laat de formateur dat alsjeblieft zo in het regeerakkoord opschrijven.
Steven van Eijck, Voorzitter Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)