Jaarlijks ondergaan 200.000 Nederlanders een coloscopie om hun dikke darm te laten onderzoeken. Dat aantal stijgt fors vanwege het nieuwe bevolkingsonderzoek.
Om de kwaliteit van de coloscopieën te kunnen beoordelen en verbeteren, hebben zeven ziekenhuizen met Achmea uitkomstmaten ontwikkeld. Er zijn in de tweede meting bij 170 méér mensen goedaardige gezwellen gevonden dan bij de eerste meting: zij zouden anders later mogelijk darmkanker hebben gekregen.
Indicatorenset
In Nederland krijgen elk jaar ongeveer 12.000 mensen darmkanker en overlijden er bijna 5.000 mensen. Een coloscopie die goed wordt uitgevoerd, zorgt ervoor dat poliepen en goedaardige gezwellen (adenomen) in een vroeg stadium worden ontdekt. De kans op darmkanker in de tien jaar na een goed uitgevoerde coloscopie is tien tot vijftien keer lager dan wanneer de coloscopie slecht is uitgevoerd.
Op basis van literatuuronderzoek en de zoektocht met Erasmus MC, UMC Utrecht, Achmea en RIVM zijn zes indicatoren getest in een pilotstudie met de professionals van zeven ziekenhuizen. Dat gaat om Erasmus MC, UMC Utrecht, St. Antonius ziekenhuis, Ikazia ziekenhuis, IJsselland Ziekenhuis, Deventer ziekenhuizen en Isala. De verbeterpilot die gezamenlijk ondernomen is, betreft meer dan 5.600 coloscopieën. De kwaliteit was al goed, maar blijkt door concrete acties nog verder verbeterd te kunnen worden door uitkomstmeting.
Verbetering
De eerste indicator is bij hoeveel coloscopieën er adenomen zijn gevonden (verbeterd van 30 naar 33 procent). De tweede indicator meet de volledigheid van de coloscopie; is de héle dikke darm onderzocht, zodat er niets gemist is (94-95 procent). Dan moet ten derde de darm wel schoon zijn om de darmwand goed te kunnen onderzoeken (verbeterd van 89 naar 93 procent). Na afloop wordt de patiënttevredenheid gemeten (rapportcijfer 8,2) en of er complicaties ontstaan in de dertig dagen na het onderzoek (gedaald van iets boven 0,6 naar onder 0,5 procent). Voor de zesde indicator moet de registratie eerst langer doorlopen: het percentage patiënten dat na vijf of tien jaar alsnog een kanker ontwikkelt, ook al was de coloscopie negatief.
Deze uitkomstindicatoren brengen gezamenlijk de kwaliteit van darmkankerdiagnostiek goed in kaart, zo blijkt uit dit project van het Achmea programma Kwaliteit van Zorg. De beroepsverenigingen en het RIVM gaan deze indicatoren omarmen. De Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen werkt inmiddels aan een database voor coloscopieën, de Dutch Gastroenterology Endoscopy Audit (DGEA).
Inspirerende ervaringen
Het onderzoek heeft ons geleerd dat de kwaliteit van de coloscopie in Nederland nog onvoldoende werd gemonitord. Er zijn grote verschillen tussen endoscopisten onderling en tussen endoscopiecentra. Door goed te registreren en te controleren voor casemix, kunnen de centra en de endoscopisten de uitkomsten met elkaar spiegelen, samen leren van best practices en dat ook aantoonbaar transparant maken. Zo zijn er verbeteringen doorgevoerd bij de voorlichting aan patiënten, de afstelling van apparatuur en diverse logistieke zaken. Dit heeft geleid tot een meetbare kwaliteitsslag in de zeven deelnemende ziekenhuizen, u las hiervoor de scores.
Deze koplopers willen hun ervaringen en verbetertips graag delen met de andere centra. De Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen brengt de geleerde lessen onder de aandacht van haar leden. Alle ziekenhuizen kunnen via de DGEA op een eenduidige manier meten, van elkaar leren en waar nodig verbeteren. Achmea gaat de meting in 2015 als doelstelling opnemen bij de inkoop van het darmkankerdiagnostiek. Uiteindelijk is deze gevalideerde informatie ook te gebruiken als keuze-informatie voor verzekerden. Darmkankerdiagnostiek is zo uitgegroeid tot een parelproject voor de ziekenhuizen, hun patiënten en onze klanten. Sturen op kwaliteit werkt, leidt tot betere uitkomsten én lagere (vervolg)kosten!
Robbert Huijsman (senior manager Kwaliteit & Innovatie Achmea)
Marjolein Verstappen (directeur Zorginkoop Achmea).