Vele opties die worden geopperd om de kosten van de AWBZ te beteugelen, komen min of meer neer op het beperken van eerder bedacht beleid. Dit voorzag in het steeds ruimer maken van de zorg- en welzijnsvoorzieningen in deze zeer kostbare volksverzekering.
Vervuiling van de AWBZ
Van de oorspronkelijke gedachte van een verzekering voor kostbare en langdurige medische risico’s vond een verschuiving plaats naar allerlei toeters en bellen uit de randsectoren van het medisch circuit en met name uit de welzijnssector. Naast de onverzekerbare zorg, werden nadien het kruiswerk, de bejaardenoorden, de gezinsverzorging en andere welzijnsvoorzieningen onder de AWBZ gebracht. Dat was de eerste grote golf van vervuiling van de AWBZ.
De tweede golf van vervuiling was de introductie van het persoonsgebonden budget in samenhang met de invoering van de zogenaamde functionele verstrekkingen. Hierbij werd de verzekeringsgedachte van de AWBZ helemaal onderuit gehaald door allerlei open einde voorzieningen op te nemen onder de mom van nauwelijks omschreven termen als begeleiding, ondersteuning, activering en verzorging. Dankzij deze algemene termen, die verzekeringstechnisch natuurlijk rampzalig uitwerkten voor de kosten van de AWBZ, konden allerlei andere (welzijn)voorzieningen hun activiteiten kwijt in de veilige haven van de AWBZ.
Historie
Deze beleidsmatige uitbuiting van de oorspronkelijke opzet van een wet, heeft zich in deze sfeer al eens eerder voorgedaan. Ik doel hier op de ondermijning van de Algemene Bijstandswet, de ABW in de jaren zeventig. Die wet voorzag oorspronkelijk uitsluitend in uitkeringen om in leven te kunnen blijven.
Al spoedig begon men bij CRM dat toentertijd nog de ABW onder zijn hoede had, allerlei andere voorzieningen onder de financiering van deze wet te brengen. Mensen die behoefte hadden aan bepaalde voorzieningen, kregen deze betaald uit de bijstandswet, indien zij volgens de criteria van de ABW onvoldoende geld hadden om die bijzondere voorzieningen te betalen. Allerlei voorzieningen groeiden en bloeiden in de ABW zoals de medisch opvoedkundige bureaus, de sociaal pedagogische diensten, de medische kinderdagverblijven en de voorlopers van de geestelijke hulpverlening in de eerste lijn. Begin jaren tachtig had zich een weelderige cultuur van instellingen en hulpverleners ontwikkeld onder de paraplu van de ABW.
Doelstelling opgerekt en uitgebuit
Beide wetten hadden van oorsprong specifieke doelstellingen. Die doelstellingen zijn stelselmatig en heel bewust opgerekt en uitgebuit door het centrale overheidsbeleid.
Bij beide ontwikkelingen zien we een bepalende rol voor met name het centrale welzijnsbeleid, dat probeerde de financiering van zijn voorzieningen even veilig te stellen als Volksgezondheid. De gezondheidszorgpoot van het departement wist zich letterlijk en figuurlijk verzekerd van financiering van het medische circuit. Dat was een doorn in het oog van het welzijnsdeel van het departement. Men zocht in die sector naar wegen om ook hun voorzieningen opgewaardeerd te krijgen en verzekerd te weten van financiering.
Dichten van gaten
Anno 2012 is men weer terug bij af en begint men met het dichten van de gaten in de AWBZ. Ook hier is er een parallel met de ABW. In de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen ook de ABW volledig uit de hand was gelopen, werd uiteindelijk het gat van de bijstand gedicht.
Als je nu terugkijkt dan is er in feite toch sprake geweest van een doelbewuste en berekenende uitbuiting van zowel de ABW als de AWBZ ten koste van de algemene middelen en derhalve van de belastingbetaler. Dat zulks twee keer op grote schaal kan plaats vinden, zegt ook iets over de moraal van betrokken beleidsmakers en over hun verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van een solide budgettaire beleid. Iets waar men nu in het kader van de Europese crisis de mond vol van heeft, maar waar men lak aan heeft als het gaat om het eigen domein.
Rob Scheerder
Health columnist