Er was eens een tijd dat je met recht de noodklok kon luiden. Tot tijdloos toe. Het is vijf voor twaalf, de tijd tikt door en nee, het is zelfs twee voor twaalf. Of nog erger, het is vijf over twaalf.
Allemaal om als zender de ontvanger van de boodschap ervan te doordingen dat het menens is. Of dat het uur U nadert, het eigenlijk al te laat is en er op dit moment actie ondernomen moet worden. We (h)erkennen het allemaal en ik zal de laatste zijn om te zeggen dat ik nooit wat op die manier aan de grote klok heb gehangen.
Toch vraag ik even tijd. Uw kostbare tijd. Tijd voor het AO arbeidsmarktbeleid zorg dat donderdag in de Tweede Kamer plaatsvindt. Twee agendapunten springen er voor GGD GHOR Nederland uit: naast het arbeidsmarktbeleid in de zorg ook de positie van de forensische artsen. We zien dat in de aanloop naar het debat als één.
Nadrukkelijke noodzaak
Al basis dient het Nivel-rapport dat die knelpunten in kaart heeft gebracht en in oktober van het vorig jaar verscheen. Daarin staat de nadrukkelijke noodzaak om achterstanden van goed opgeleide en op korte termijn inzetbare artsen weg te werken. Dat is een duidelijk klok-en-klepelverhaal wat mij betreft.
Om welke artsen gaat het dan? Verreweg de grootste groep zijn de jeugdartsen, maar ook artsen infectieziektebestrijding, milieu en gezondheid, TBC en wat ons betreft ook forensische artsen. Die doen bij uitstek werk in de publieke gezondheid en veiligheid, maar worden gek genoeg niet meegenomen in het onderzoek. In totaal hebben we het over ruim 2.600 artsen in de publieke gezondheid.
Dat we het geld dat in het zogenoemde opleidingsfonds niet helemaal gebruiken, lijkt gek, maar is dat niet. Ik zou willen dat we meer artsen hebben, die nog beter toegerust zijn als het gaat om scholing, opleiding en begeleiding. Maar soms kan dat niet. Bezuinigingen tikken hard aan, de capaciteit ontbreekt om opgeleiden te vervangen en met de ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen als een crisis op bijvoorbeeld het gebied van infectieziektebestrijding is er ook heel vaak te weinig tijd. Dat leert ons de huidige tijd.
Breder opleidingsfonds
En toch moeten we ook vooruit kijken. De subsidieregeling van het opleidingsfonds duurt nog twee jaar. En dan? Nu al zijn er te weinig artsen werkzaam in de publieke gezondheid, is er amper evenwichtige instroom en een hoge gemiddelde leeftijd en een forse uitstroom, ook van opleiders. Daarom moet er nu wat gebeuren.
Het huidige opleidingsfonds volstaat niet, moet breder ingestoken en beter benut worden. Al was het alleen maar om te voorkomen dat de gelden wegstromen uit de publieke gezondheid.
Het is geen vijf of twee voor twaalf, ook niet vijf over. Het is tijd. De hoogste tijd om hier nu wat aan te doen.
Hugo Backx
Directeur GGD GHOR Nederland