Bij mevrouw De Wit is een paar maanden geleden darmkanker geconstateerd. Zij is inmiddels geopereerd en wordt nu behandeld met een combinatie van chemotherapie en bestraling. Daarvoor moet zij om de week naar het ziekenhuis, een kleine 20 kilometer van haar woonplaats. Dat is een hele toer voor haar, want mevrouw De Wit is 76 jaar, slecht ter been en rijdt geen auto.
Logistiek
Om naar het ziekenhuis te gaan moet zij of een beroep doen op haar kinderen of een taxi nemen. Behalve voor haar chemotherapie moet mevrouw De Wit ook een keer per maand naar het Trombose Centrum in hetzelfde ziekenhuis. En omdat zij vorig jaar gevallen is en haar heup heeft gebroken heeft ze ook nog een afspraak staan voor na-controle – nog een keer het ritje van 20 kilometer heen en terug. Toen haar jongste dochter aan de verpleegkundige vroeg of het niet mogelijk was in ieder geval een paar afspraken op dezelfde dag te plannen, kreeg ze een meewarige blik toegeworpen. Mevrouw begreep toch zelf ook wel dat de afdeling radiotherapie geen zicht heeft op de agenda van het Trombose Centrum.
Dossiervoering
Mevrouw De Wit heeft dus een logistiek probleem. Maar daar blijft het helaas niet bij. Toen zij onlangs aan de arts vroeg of ze de bloedverdunners die zij al jaren slikt wel kon blijven gebruiken in combinatie met chemo en bestraling, moest hij het antwoord schuldig blijven. In zijn dossiers kon hij zo snel niet vinden wat voor soort chemo zij precies toegediend kreeg. Hij zou het uitzoeken, maar zei er tegelijkertijd bij dat er doorgaans weinig bekend is over hoe diverse medicijnen op elkaar inwerken. Als mevrouw De Wit onbekende bijwerkingen constateerde, moest zij hem dat vooral melden. Niet echt gerustgesteld reisde mevrouw De Wit terug naar huis. ‘Ach mam,’ probeerde haar dochter haar op te beuren, ‘het belangrijkste is dat de chemo en bestraling aanslaan zodat je straks definitief verlost bent van die ellendige kanker.’
Onwetendheid
In Nederland krijgen per jaar ongeveer 100.000 mensen de diagnose kanker. 60 procent daarvan is ouder dan 65 jaar, en 40 procent ouder dan 70. Er zijn dus tienduizenden mevrouwen en meneren De Wit. Door de vergrijzing zal het aantal nieuwe kankerpatiënten in 2020 gestegen zijn naar 124 duizend. Daar is de zorg nog niet op ingesteld. Maar wat nog veel verbazingwekkender is: we weten eigenlijk niet zo goed wat de gangbare therapieën tegen kanker voor uitwerking hebben op de oudere patiënt. Een grote groep oudere kankerpatiënten wordt overbehandeld. Tegelijkertijd is er ook sprake van onderbehandeling; chemotherapie wordt nogal eens ten onrechte ontzegd aan de oudere kankerpatiënt. Niet alleen vanuit gepaste compassie (‘laten we hem die ellende op zijn oude dag maar besparen’), en ook niet alleen als een bewuste vorm van leeftijdsdiscriminatie, maar veelal simpelweg uit onwetendheid door kennisgebrek.
Effect onbekend
Tegenstrijdig genoeg richt klinisch kankeronderzoek zich vooral op mensen tussen de 30 en 55 jaar. Nieuwe medicijnen en therapieën worden dus niet op ouderen getest. Om onderzoekstechnische redenen; oudere mensen hebben vaak meerdere kwalen onder de leden (comorbiditeit) en vormen een heterogene en daarmee lastige testgroep. Een lichaam van 75 jaar reageert echter anders op chemotherapie dan een lichaam van 45 jaar. Een kankerpatiënt op leeftijd krijgt dus medicijnen toegediend waarvan de effecten niet of nauwelijks bekend zijn. De onderzoekstechnische drempels zijn reëel maar niet onoverkomelijk. Met extra inspanning is het best mogelijk de oudere patiënt te includeren in klinische studies. Er speelt dus nog iets anders. Het onderwerp lijkt onderzoekers weinig aan te spreken. Populair gezegd: onderzoek doen naar de kankerpatiënt op leeftijd is niet sexy.
Inhaalslag vereist
Om te voorkomen dat steeds meer oudere kankerpatiënten inadequate zorg krijgen, moet de achterstand snel worden ingelopen. Deze inhaalslag vereist inzicht in een aantal leeftijdsspecifieke kenmerken op fysiek, psychisch en sociaal gebied. Ook het beleid houdt te weinig rekening met de kenmerken die ouderen van jongeren onderscheiden. Ouderen hebben vaak andere voorkeuren, wensen en verwachtingen ten aanzien van de zorgverlening. Specifieke aandacht voor deze verschillen is nodig om ouderen met kanker passende zorg te kunnen bieden. Hiervoor zullen ook de organisatie en toegankelijkheid van de zorg geoptimaliseerd moeten worden.
Om de knelpunten aan te kunnen pakken is meer onderzoek nodig. Ook is meer (ziekteoverstijgende) samenwerking tussen veldpartijen essentieel. Het is noodzakelijk dat de medische en geriatrische disciplines binnen zorg en onderzoek worden geïntegreerd. Een grotere betrokkenheid van de eerstelijnszorg is vereist. Daarnaast is het belangrijk om specialisten met het aandachtsgebied ‘kanker en ouderen’ op te leiden en om de nieuwe en huidige zorgprofessionals (bij) te scholen op dit thema. Tot slot is ook voorlichting en preventie gericht op de ouderen zelf en hun naasten belangrijk.
Meeting of Minds
KWF Kankerbestrijding vindt dat ouderen in complexe gezondheidssituaties, net als alle andere kankerpatiënten, recht hebben op de best mogelijke zorg. Daarom zet KWF sterk in op het onderwerp ‘Kanker en Ouderen’. Wij maken ons hard het thema hoger op de agenda te krijgen bij onderzoekers, zorgverleners, de overheid en het onderwijsveld. Zo brachten wij deze partijen eind juni bijeen tijdens een Meeting of Minds in Utrecht. We financieren onderzoek en zijn voornemens een bijzonder hoogleraar Kanker en Ouderen aan te stellen. Innovatieve beleidsideeën kunnen rekenen op onze steun. Mevrouw De Wit mag dan misschien niet sexy zijn, maar op onze steun kan zij rekenen.
Michel Rudolphie
Algemeen directeur van KWF Kankerbestrijding