Het rapport dat de NPCF uitbracht over de Meldactie Spoedzorg die zij in juli en augustus hield, biedt een interessante conclusie. De NPCF stelt namelijk dat patiënten lang niet altijd weten waar ze terecht kunnen, en ook dat een eerste screening door een huisarts in het ziekenhuis zeker zinvol is.
Die eerste screening voorkomt immers dat patiënten op de afdeling SEH van een ziekenhuis terechtkomen zonder dat hiertoe een medische noodzaak bestaat.
De NVZ is het eens met de stellingname van NPCF dat er veel meer spoedposten moeten komen in de ziekenhuizen. Huisartsenposten dus waar 24/7 een huisarts aanwezig is die een eerste triage kan doen om te bepalen of de patiënt naar de SEH moet, naar de huisarts in de huisartsenpost kan, of kan worden terugverwezen naar zijn eigen huisarts.
Niet representatief
Merkwaardig is dat de conclusies van het NPCF-rapport niet aansluiten bij de ervaringen die patiënten hebben gemeld en ze lijken daardoor getrokken te zijn voordat de meldactie plaats vond. De meldactie leidde zeker tot een aanzienlijk aantal respondenten: ruim 9.000. Alleen stelt NPCF al in de inleiding: “De groep deelnemers van deze meldactie is niet representatief voor de Nederlandse bevolking. Er wordt bij de meldactie geen steekproef genomen uit de bevolking. Deelnemers melden zichzelf aan om de vragenlijst in te vullen. Iedere melding is welkom”. Hoewel dit uitgangspunt in principe logisch is voor een meldactie, zou je toch op zijn minst kunnen verwachten dat de aanbevelingen enige relatie hebben met de meldingen van patiënten.
Negatieve ervaringen patiënt
Zo hebben heel veel negatieve ervaringen van patiënten betrekking op het feit dat patiënten niet tijdig werden doorverwezen naar de spoedeisende hulp in het ziekenhuis. Dit zou koren op de molen van de ziekenhuizen kunnen zijn. (‘Poortwachter doet de poort op slot.’)
Standpunt VNZ
Maar zoals gezegd, dat is niet het standpunt van de NVZ. Ons standpunt is dat het een goede zaak is om de eerste en de tweedelijnszorg te integreren, zodat patiënten zo snel mogelijk daar geholpen worden waar dat nodig is. Bijvoorbeeld in spoedposten.
De enige echt heldere conclusie uit het rapport is dat een derde van de respondenten die het laatste jaar gebruikmaakte van de spoedzorg hiermee een geheel of gedeeltelijk negatieve ervaring had. Een andere conclusie zou kunnen zijn dat twee derde spontaan een positieve ervaring meldt, maar ja, dat soort conclusies heeft nauwelijks nieuwswaarde.
Het zou een interessant getal kunnen zijn als een derde representatief was voor de Nederlandse bevolking. Maar zoals de NPCF aangeeft, is dit dus niet het geval.
Meldactie NPCF
Een programma als Eenvandaag werkt ook regelmatig met panels. Wat hun format zo sterk maakt, is dat zij voor iedere paneldiscussie werken met grote aantallen deelnemers, en gebruik maken van een wegingsinstrument dat het CBS speciaal hiervoor heeft ontwikkeld. Dit garandeert dat de peiling van het panel een representatieve afspiegeling vormt van de Nederlandse samenleving. Een dergelijke werkwijze had het rapport over de Meldactie Spoedzorg van de NPCF sterker kunnen maken.
Kwaliteit spoedzorg
Nogmaals: het uitgangspunt van deze meldactie was goed. De kwaliteit van de spoedzorg is een uiterst actueel onderwerp, ook in het kader van het proces van spreiding en concentratie van ziekenhuisfuncties en de rol die zorgverzekeraars hierin spelen. In de gekozen vorm levert het rapport echter geen wezenlijke bijdrage aan de discussie over dit proces. Dat is een gemiste kans.