Nog voordat we in Nederland met de diagnose-behandeling-combinatie (DBC) van start gingen, werd al de kritische vraag gesteld: “Moeten we dit nu wel doen?”. Verschillende landen hadden immers al positieve ervaringen opgedaan met diagnose-gerelateerde groepen (DRG). Maar nee, het moesten DBC’s worden en dat werden het ook.
En alle voorspelde problemen bij het omarmen van deze systematiek kwamen uit. Niet voor niets kreeg het verbetertraject dat vervolgens werd ingezet de naam DBC’s op weg naar transparantie (DOT) mee, want transparantie was nu juist waarin het in de ondoorgrondelijke DBC-systematiek ontbrak. Met de introductie van DOT gingen we terug van 30.000 DBC’s naar 3.000 zorgproducten en de systematiek had veel meer trekjes van de DRG-systematiek, waarvan al aan het begin werd gezegd dat die veruit verkiesbaar was.
Nieuwe problemen
Toch dienen zich nu weer nieuwe problemen aan, waarbij de omslag lijkt te worden gemaakt van DOT naar DOM: DBC’s op weg naar mist. Er is verwarring alom en die heeft heel veel te maken met de manier waarop de zorgverzekeraars invulling geven aan het hoofdlijnenakkoord, dat ze met de ziekenhuizen en het ministerie van VWS sloten. Dat ze de afgesproken budgetruimte van anderhalf procent als een maximum zien, valt op zich te begrijpen. Maar met de inkooponderhandelingen die ze nu voeren met de ziekenhuizen voor het budget van 2014, schieten ze fors uit naar beneden. Zelfs een openingsaanbod van -20 procent werd gehoord.
Om het erger te maken, gebeurt dit in combinatie met gebrek aan inzicht in de systematiek: er wordt flink gegooid met cijfers zonder dat er een goede referentie beschikbaar is in het DBC Informatie Systeem (DIS). Op dit moment is de DIS nog maar beperkt gevuld met gegevens over 2012 en we beschikken niet meer over constanten voor de zorginkoop. Op dit moment is de Landelijke Medische registratie (LMR) de enige basis voor ziekenhuizen om productie te kunnen benchmarken en te monitoren over 2012. Maar die basis is smal. De LMR wordt beïnvloed door de invoering van DOT, waardoor de productieontwikkeling in de tijd niet meer geheel vergelijkbaar is. Overigens kan een analyse van trendmatige ontwikkelingen op de LMR deze registratieveranderingen zichtbaar maken. Daarnaast moeten de uiteindelijke afspraken in DOT’s worden gemaakt.
Chaos
Geen recept voor succes, zo’n situatie. En de chaos wordt compleet als uitvoering wordt gegeven aan het idee de LMR los te laten voor het jaar 2013 en de stap te zetten naar de landelijke basisregistratie ziekenhuiszorg (LBZ). Als dat gebeurt, is er letterlijk geen enkel referentiekader meer om op te sturen de komende jaren voor de ziekenhuizen. Zo gaan we dus van DOT naar DOM. Tragisch, maar logisch.
Zoals de bekende hedendaagse filosoof Johan Cruijff al zei: Je gaat het pas zien als je het door hebt. De kernboodschap in ‘het door hebben’ voor deze casus kan ik u hier geven: stabiliseer DOT en breng de aanlevering van de DIS op orde. Hou tot die tijd de LMR overeind en voer de LBZ in zodra de DIS goed draait en een volledige en stabiele basis vormt voor, zodat de stabiliteit in de registraties behouden blijft. Wordt de DIS 2012/13 goed en constant gevuld? Voer dan snel de LBZ in. Maar hou de volgorde in de gaten. Dat is SLIM.
Geert de Kousemaeker
Algemeen directeur Kiwa Carity