Er gaat een fusiegolf door de ziekenhuiszorg in Nederland. In Brabant, Drenthe, Groningen-Friesland, Kennemerland, West-Brabant, Den Haag, Zuid-Limburg, de kop van Overijssel, de lijst van fusieplannen is schier oneindig.
Nadat de thuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg fusie op fusie stapelden, zien we dit nu bij de ziekenhuizen. Onder het mom van ‘concentratie’ worden de fusies als noodzakelijk verkocht. Patiënten, personeel en gemeenten hebben het nakijken. Onwenselijk, zo oordeelt de minister zelf ook, dus maakt ze een fusietoets. Maar die heeft in de verste verte niet de omvang van een stuwdam tegen de fusiegolf.
Draagvlak personeel
In de fusietoets van de minister moet een fuserende zorginstelling luisteren naar personeel- en patiëntenvertegenwoordiging. Of ze voor of tegen zijn, maakt niets uit. Als ze gehoord zijn, dan mag de fusie door. Dit moet anders. Het ontbreken draagvlak onder personeel kan de kwaliteit van zorg in de toekomstige gefuseerde zorginstelling ernstig onder druk zetten. Daarom moet gelden dat personeel en patiëntenvertegenwoordiging moeten instemmen met de fusie. Weten de bestuurders de noodzaak tot fusie niet goed aan te tonen en blijft instemming uit, dan is de fusie van de baan.
Ideale grootte
Hoe groter hoe beter, lijkt het adagium in de bestuurskamers van de zorg te zijn. Dat uit onderzoek van het Centrum voor Innovatie en Publieke Sector Efficiënte Studies van de Technische Universiteit Delft blijkt dat ziekenhuizen bij méér bedden niet beter presteren, is in die bestuurskamers nog niet aangekomen. De onderzoekers Blank, Dumaij en Urlings wijzen erop dat voor ziekenhuizen de ideale grootte 200 tot 300 bedden is. Voor verpleeg- en verzorgingshuizen komen ze tot een ideale grootte van 100 tot 200 bedden. Dit is belangrijk onderzoek. Dit moet in de nieuwe wet op de fusies dan ook meetellen. Leidt de fusie niet tot betere zorg, onder andere door een te grote schaal, dan strandt de fusie.
Stem gemeente
In Hoogeveen was afgelopen oktober een grote demonstratie tegen een mogelijke sluiting van het Bethesda ziekenhuis. De lokale politiek maakt zich zorgen. Niet alleen is het ziekenhuis van groot belang voor de inwoners, ze is ook de grootste werkgever. Sluiting mag wellicht niet de aanrijtijdennorm te groot maken, het heeft wel een gigantische impact op een samenleving. Daarom moet bij een fusie de gemeente ook een stem krijgen.
Publieke belang
Marcel Canoy, hoogleraar in Tilburg, zei begin januari in het NRC Handelsblad dat voordat er gefuseerd wordt het publieke belang eerst maar eens aangetoond moet worden. Lukt dat niet dan mag je niet fuseren. Precies dit moet nu gebeuren. Volgende week behandelt de Kamer de fusietoets. Eén voorstel van de SP is om de toets bij fusies niet uit te laten gaan van ‘ja, mits’, maar van een houding ‘nee, tenzij’. Geen toets op de procedure, maar een toets op inhoud. Daarnaast willen wij de procedurele toets vervangen door een inhoudelijke toets.
Volgende week kan de minister kiezen! Kiest ze voor de bedrijfseconomische overwegingen van zorgbestuurders en wijst ze de SP-voorstellen af, of werpt ze een stuwdam op tegen de fusies? Ik hoop het laatste!