Albert Camus schreef ooit, dat zelfmoord het laatste onopgeloste filosofische raadsel was. Een diepe gedachte. Maar wel één die tekort doet aan het feit dat suicide nogal eens de dodelijke afloop van een ernstige ziekte, zoals manische depressiviteit, betekent.
Benadering
Het is opvallend hoe vaak een rechttoe, rechtaan benadering ontbreekt als het over psychische ziekten gaat. Toen ik tijdens een college eens vertelde dat 1 op de 5 Nederlanders tijdens zijn volwassen leven een beroep doet op de ggz, liet een van de studenten zich ontvallen “Lieve help, wat zegt dat wel niet van ons land”. Het antwoord luidt natuurlijk: net zo veel als het feit dat rond 2020 1 op de 3 Nederlanders kanker zal krijgen. Ons brein is gewoon een orgaan, net als onze darmen of longen. Een zeer gecompliceerd orgaan, waarvan we nog lang niet alles ontrafeld hebben. Maar desalniettemin een orgaan. Dat mankementen kan vertonen, net als een maag, of de huid.
Feitelijkheden ontbreken
Helaas ontbreekt het in het publieke debat veel te vaak aan dit soort feitelijkheid, tot aan de landelijke politiek aan toe. Het trieste gevolg daarvan is dat de ggz regelmatig op volstrekt oneigenlijke gronden apart wordt gezet. Meest schrijnende voorbeeld is natuurlijk de eigen bijdrage van 200 euro die patiënten van psychiaters in 2012 moeten gaan betalen, en patiënten van alle andere medisch specialisten niet.
Jeugd-ggz
Maar kijk ook naar de jeugd-ggz. Het aantal kinderen met cara is in ons land de afgelopen decennia ongeveer vertienvoudigd. Dat heeft alles te maken met eet- en leefgewoonten, en de enorme toename van fijnstof in de lucht. Toch is er geen politicus die het astronomisch gestegen aantal behandelingen van cara wegzet als ‘overbodige medicalisering’; iets dat de jeugd-ggz met grote regelmaat over zich heen krijgt. Terwijl de jeugd-ggz zo’n 150.000 patiënten in behandeling heeft; dat is 3 procent van alle kinderen. Geen Kamerlid dat het sterk groeiende probleem van rottende kindergebitten denkt op te lossen door alle tandartsen onder gemeentelijke bekostiging te brengen. De jeugd-ggz wordt zonder fatsoenlijke onderbouwing op één hoop gegooid met ernstige opvoedproblemen en kindermishandeling.
Exacte wetenschap?
Elke oncoloog kan uitleggen dat de grens tussen woekerende cellen en kanker heel lastig te trekken is. Toch wordt vaak de indruk gewekt dat somatische zorg een exacte wetenschap is, en alleen de grenzen van de ggz multi-interpretabel zijn. De werkelijkheid is anders. Mensen zijn nu eenmaal geen machines. Goede diagnostiek is voor vele aandoeningen een zeer ingewikkelde zaak, dat lang zoeken en uitsluiten via trial and error vergt.
Privacy
Het wegzetten van de ggz in een eigen hoek zie je ook bij het thema privacy. Voorstanders van het vermelden van een dbc-code voor ggz op de afrekening naar de zorgverzekeraar, zijn door critici publiekelijk uitgemaakt voor alles wat mooi en lelijk is. Alsof een psychische aandoening iets is om je erger voor te schamen dan schimmelnagels, parasieten in je darmen of een geslachtsziekte. Privacy in de zorg is gewoon altijd voor iedereen een zeer groot goed. Het apart zetten van de ggz versterkt alleen maar het taboe.
Brede blok
Ondertussen leert de praktijk in de gezondheidszorg dat er in preventie én behandeling enorme besparingen zijn te behalen als artsen meer integraal naar mensen kijken. Er is een veel grotere samenhang tussen psychische en lichamelijke klachten dan nu wordt onderkend. Dat gebrek aan een brede blik vergroot niet alleen onnodig leed bij mensen, het jaagt ook nodeloos de kosten op.
Ons brein
Om terug te keren naar de filosofie: cogito ergo sum, het uitgangspunt van Descartes, was een dramatische vergissing. Ons brein is niet het wezen van onze identiteit, en ons lichaam slechts een transportmiddel van ons brein. Ons brein is een orgaan, dat integraal onderdeel is van ons lichaam. Descartes kunnen we dat niet kwalijk nemen. Hij wist niets van DNA, hormonen, eiwitplaque en MRI-scans. Nu we die kennis allemaal wél hebben, is het de hoogste tijd om de ggz in alle nuchterheid te waarderen voor wat hij waard is. Zeker politici en beleidsmakers horen hun beslissingen niet te baseren op mythen, achterhaalde ideeën en vooroordelen, maar op de werkelijkheid en de feiten anno 2011.