Terwijl verzekerden vergelijkingssites afgrazen om te onderzoeken of overstappen naar een -goedkopere- verzekeraar loont of dat aanpassing van de polis aan de orde is, zijn de onderhandelingen tussen verzekeraars en zorginstellingen over de in 2014 te leveren zorg en wat die zorg mag kosten afgerond of in de laatste fase.
In termen van aandacht is het wel of niet gaan ‘stappen’ van de verzekerde op het eerste scherm te volgen en op het tweede scherm -voor insiders- druppelen de resultaten van de onderhandelingen tussen aanbieders en verzekeraars door. Wat zich op het tweede scherm afspeelt heeft mogelijk grote gevolgen voor de verzekerden en vooral degenen die een beroep doen op zorg. Ook een reden om over te stappen?
Zorgverzekeringswet: kampioen aanbodsturing
De zorginkoop is -politiek gestimuleerd- in het vaarwater van de markt terecht gekomen. Een gemankeerde markt met convenanten, budgetplafonds, dbc-producten, dot-declaraties en zorg in natura met de overheid als ‘marktmeester’ of zo u wilt handlanger. Het zorgstelsel is kampioen aanbodsturing. En gaandeweg vult de verzekeraar zijn machtspositie in en is de zorgaanbieder op zoek naar een stevige verdedigingslinie.
Winkelende verzekeraars
De inkoop van de zorg is niet meer zoals in het verleden -en dat is goed ook- het resultaat van een min of meer goed gesprek tussen zorginstellingen en verzekeraars. Het procedureel strak geregisseerd proces met een vracht offertes wordt in november afgesloten met niet meer en niet minder dan een contract over de te leveren zorgproducten, de hoeveelheid en de prijs of -dat kan ook- helemaal geen contract. Het lijkt erop dat voor 2014 -meer dan in vorige jaren- de contracten per verzekeraar variëren. De verzekeraar gaat winkelen en de zorgaanbieder krijgt te maken met per verzekeraar verschillende contracten voor te leveren zorg en de prijs per product. Wat de gevolgen zijn laat zich raden. Achmea en Radboud hebben het toernooiveld -te volgen op het tweede scherm- inmiddels betreden.
Schaalvergroting
Om te beginnen krijgt de schaalvergroting een stevige impuls. De markt van verzekerden voor 90 procent met z’n vieren beheersen, roept het betalen met gelijke munt op aan de kant van de zorgaanbieders. En al dan niet door Florence Nightingale geïnspireerd, wordt tegenmacht georganiseerd door te fuseren. Achmea kan ‘Radboudje in Achlum’ wel, naar Radboud in Nijmegen niet negeren. En ook nog een voordeel van schaalvergroting is dat -zo heeft de bankwereld ons geleerd- het risico van omvallen minder wordt naarmate je groter bent. De overheid blijft als handlanger beschikbaar.
McDonald’s zorg
Maar er zijn ook andere gevolgen denkbaar, zoals de zorgaanbieder die hint dat de ene verzekeraar de andere niet is. Of de zorgorganisatie waar je bij binnenkomst per verzekeraar de teller ziet lopen van het aantal nog dit jaar te behandelen cliënten. En nog interessanter is de vraag naar de kwaliteit van zorg. Tot nu toe is er -ondanks prijsverschillen- één kwaliteitsstandaard, maar blijft dat zo bij verschil in prijs per verzekeraar? Hoe lang is het acceptabel dat de zorgaanbieder het budget voor verzekerden van Achmea inzet voor die van CZ of andersom? Gaat de zorgorganisatie net als de verzekeraar met zijn 1001 polissen de zorg labelen. Ligt er in het verlengde van de HEMA polis McDonald’s zorg in het verschiet? Of kun/moet je in het ziekenhuis na de operatie je ‘eigen’ verpleging en verzorging organiseren? Wie weet, is het een idee met mantelzorg de low budget zorg de ruimte te geven.
Overstappen zonder bestemming
In dit hele verhaal is de verzekerde en de cliënt lijdend voorwerp. De zorg in Nederland staat hoog aangeschreven. Kwalitatief zijn cliënten -uitzonderingen daargelaten- in goede handen. Maar met de keuzevrijheid is het minder goed gesteld. De keuzevrijheid bestaat uit het jaarlijks overstappen van verzekeraar, maar dat is in het licht van de zorginkoop toch een beetje overstappen zonder bestemming. Je kunt nog kiezen door in de eerste helft van het jaar ziek te worden of een behandeling te plannen, zodat de kans op ‘uitverkocht’ bij de zorgaanbieder kleiner wordt, maar voor het overige is in het naturastelsel -zoals in een eerdere column verwoord- “de verzekerde wilsonbekwaam”.
Kleine stelselwijziging
De Achmea – Radboud casus heeft uiteraard Tweede Kamerleden in stelling gebracht. Krokodillentranen. Hoogtepunt is de vraag van mevrouw Bouwmeester om de positie van de cliënt te versterken. Het antwoord van de minister kan kort zijn. Het stelsel is zo ingericht dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders de wedstrijd spelen en dat de verzekerde op de tribune zit en als patiënt de bal is. Die verhouding wijzigen, vergt vervanging van de naturapolis door de restitutiepolis met ten principale de vrijheid van de verzekerde te kiezen voor de arts of zorgverlener die zijn voorkeur heeft. En wanneer de verzekeraar een interessant (minder premie in ruil voor minder keuzevrijheid) natura-aanbod aan de verzekerde doet, kan de verzekerde ook daarvoor kiezen. Een kleine -zo moeilijk is dat niet- stelselwijziging met de cliënt in de positie waar mevrouw Bouwmeester voor pleit.
Gerard van Pijkeren
Adviseur en toezichthouder in de zorg