Het is een modeverschijnsel om vraagtekens te plaatsen bij cijfers over psychische problemen in Nederland. Het zijn de cijfers tegen de opinie. Het ultieme argument is dat Henk en Ingrid toch niet gek zijn!
Het NEMESIS-2- onderzoek dat het Trimbos-instituut verricht, laat zien dat 18 procent van de Nederlanders in een afgelopen jaar een psychische aandoening heeft of heeft gehad. In aantallen uitgedrukt is dit 1,9 miljoen. En 43 procent heeft ooit in het leven een psychische aandoening gehad.
Waarom zou dat niet kunnen? Waarom accepteren we wel dat 4,5 miljoen Nederlanders een chronische ziekte hebben en dat 1,3 miljoen er meer dan één heeft en hebben we moeite met vergelijkbare cijfers over de psychiatrie?
Criteria
Die cijfers zeggen alleen iets over het aantal mensen dat voldoet aan de overeengekomen criteria voor een psychische aandoening. De cijfers zeggen niet dat al die mensen in behandeling zouden moeten. En zeggen dus niets over zorgbehoefte. Dat is weer een heel andere discussie, waarbij je nagaat welke mensen heel goed op eigen kracht hun stoornis kunnen aanpakken, welke mensen met een internet interventie ondersteund kunnen worden, welke mensen opknappen van een gesprek met de huisarts, wie medicatie nodig heeft en wie een meer gespecialiseerde behandeling. De cijfers zeggen dus alleen hoeveel mensen kampen met een aanzienlijk psychisch probleem. En alleen al gezien de sterke samenhang tussen chronische somatische ziektes en psychische aandoeningen is het niet zo gek dat die cijfers hoog uitvallen. Dat is ook geen typisch Nederlands verschijnsel. Recent bevolkingsonderzoek met toepassing van dezelfde strikte criteria in andere westerse landen laat vergelijkbare prevalenties zien. De VS laat zelfs hogere percentages zien, bijvoorbeeld 26 procent voor enigerlei psychische aandoening in een afgelopen jaar. In West-Europese landen zijn de cijfers globaal zoals die in voor Nederland zijn gevonden.
Creatieve beroepen
De weerstand tegen deze cijfers zou wel eens gebaseerd kunnen zijn op wat in de psychiatrie helaas al te bekend is: de stigmatisering van de psychiatrische stoornis. Stigma’s als: een psychiatrische patiënt is gewelddadiger en een psychiatrische patiënt kan niet normaal functioneren in de maatschappij. Stigma’s die steeds weer ontkracht worden door de feiten. Deze patiënten zijn juist vaker slachtoffer en er zijn talloze voorbeelden dat mensen met psychiatrische stoornissen echt niet alleen in een stress vrije sociale werkvoorziening kunnen functioneren maar ook als arts kunnen werken, als onderzoeker, als directeur en als president van een land. Recent onderzoek uit Zweden laat zien dat mensen met psychische aandoeningen vaker in creatieve beroepen werkzaam zijn dan mensen zonder psychische aandoeningen.
Veerkracht
En nu is het nieuwe stigma dat Nederlanders wel chronisch ziek mogen zijn, maar dat we er heel veel moeite mee hebben om te accepteren dat veel mensen in Nederland een psychische stoornis hebben. We kunnen nog lang doorgaan met die eenzijdige discussie tussen wetenschap en common sense. Veel zinvoller is het om na te gaan op welke wijze we om te beginnen deze stoornissen kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan het versterken van de veerkracht en weerbaarheid van jonge mensen.
Complexer
De wereld wordt steeds complexer en het beroep op mentale vaardigheden in onze kenniseconomie steeds groter. De prijs van het niet inzien dat aandacht voor het versterken van veerkracht van belang is, zien we bij de mensen die voor ons het mentaal belastende werk opknappen: politieagenten, uitgezonden militairen, ambulance personeel. Die sturen we met een professionele training en met een goed onderhouden lichamelijke conditie op pad zonder systematisch aandacht te besteden aan het versterken van hun veerkracht die zwaar onder druk staat onder extreme omstandigheden.
Nuchter
En het gevolg is dat veel mensen in die beroepen een psychisch probleem oplopen, zoals dat recent bleek uit politie en defensiecijfers met prevalentiecijfers die een stuk hoger zijn dan die van de bevolking. Of willen we die cijfers ook ter discussie stellen? We kunnen kiezen: problemen nuchter inzien en voorkomen en oplossen of problemen bagatelliseren en negeren. De mate waarin we overeind blijven in moeilijke omstandigheden is een functie van die omstandigheden en onze veerkracht. En veerkracht is te trainen en te ontwikkelen. Net als een lichamelijke conditie.