Op 5 april heeft de Eerste Kamer, in een zinloze daad van bestuurlijk vandalisme, het wetsvoorstel op het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) verworpen. Ik wil hier niet stilstaan bij het hoe en waarom van die ellendige geschiedenis. “De patiënt is de grote verliezer”, heeft minister Schippers gezegd, en daar kan ik me volledig in vinden. De vraag is natuurlijk: hoe nu verder?
ICT in de zorg loopt achter
Het EPD, of liever gezegd de wettelijke regeling van veilige elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, was geen doel op zich. Doel is om door inzet van ICT de zorg veiliger, beter, efficiënter en meer patiëntgericht te maken. En de noodzaak daartoe blijft onverkort bestaan. De gezondheidszorg is, zacht gezegd, geen koploper als het gaat om het gebruik van ICT toepassingen. Zeker niet als het gaat om het primaire proces: het verlenen van zorg. Waar bijvoorbeeld de financiële dienstverlening en de reisbranche de afgelopen twintig jaar onherkenbaar veranderd zijn, maken we in de zorg nog ouderwets per telefoon een afspraak met de zorgverlener, nemen we daarna plaats in de wachtkamer en vindt vervolgens een gesprek of behandeling plaats. Is er dan een nieuwe afspraak nodig, met dezelfde of een andere zorgverlener, dan begint het verhaal weer van voor af aan, vaak tot en met het helemaal weer opnieuw invullen of doorgeven van gegevens. Het hele proces is klantonvriendelijk, inefficiënt, kwalitatief onder de maat en soms zelfs regelrecht onveilig.
Telezorg biedt kansen
Het kan ook anders. Zeer recent was de intensive care op afstand in het nieuws, waarbij IC specialisten vanuit het OLVG in Amsterdam patiënten in Lelystad kunnen volgen en meebehandelen. Ook op veel andere terreinen, zoals ketenzorg bij diabetes en chronisch hartfalen, zijn er goede voorbeelden van de inzet van telemonitoring. Internationaal, maar ook in Nederland. Dan valt wel op dat succesvolle projecten in Nederland moeilijk een bredere opschaling krijgen. Het is precies om die reden dat zorgverzekeraars hebben afgesproken om de krachten te bundelen om de barrières voor inkoop en bekostiging van telemonitoring bij diabetes en chronisch hartfalen te slechten. Doel is om in 2012 deze toepassingen breed te contracteren.
Belemmeringen voor ehealth
Die barrières spelen niet alleen bij telemonitoring. Ehealth, de inzet van ICT in het zorgproces, komt vaak niet verder dan de fase van pilots en projecten – die weer gestopt worden wanneer de tijdelijke subsidie op is of projectfinanciering afloopt. Het ontbreken van een transparante business case, onduidelijkheid over de effectiviteit en efficiency van de toepassing, problemen met opschaling door onvoldoende standaardisatie en interoperabiliteit, het ontbreken van een adequate structurele bekostiging en brede inkoop, het feit dat baten ergens anders neerslaan dan de kosten – het zijn allemaal redenen waardoor ehealth initiatieven lastig blijken op te schalen.
Het EPD als kwaliteitsnorm – en als patiëntenrecht
Het sneuvelen van het EPD lijkt op het eerste gezicht in dit beeld te passen. Toch ontstaan er nu ook nieuwe kansen. Iedereen is het er over eens dat er normen en standaarden moeten bestaan voor digitale dossiervorming en de veilige overdracht van die informatie. Iedereen vindt ook dat de patiënt controle moet hebben over zijn eigen digitale gegevens. De Eerste Kamer heeft de Minister zelfs per motie gevraagd deze zaken te regelen – enigszins paradoxaal, want daar was de door diezelfde Kamer afgestemde wet nu juist voor bedoeld. Maar die motie biedt wel de mogelijkheid om het EPD niet langer als een apart project te zien, maar als een integraal onderdeel van kwalitatief goede en patiëntgerichte zorg. De verplichting om gegevens digitaal vast te leggen en op een veilige manier toegankelijk te maken voor iedere zorgverlener die een behandelrelatie met de patiënt heeft, behoort onderdeel te zijn van het normale kwaliteitstoezicht. De IGZ is daar met de richtlijn medicatieoverdracht ook al op vooruitgelopen. En de mogelijkheid voor de patiënt om zijn digitale dossier niet alleen in te zien, maar ook te controleren en te bepalen wie erover mag beschikken, dient als wettelijk recht te worden vastgelegd. Minister Schippers heeft inmiddels aangekondigd de WGBO op dit punt te willen aanpassen.
Nederland i-gezond
Het EPD, en de brede inzet van ICT in het primaire zorgproces, moet dus een normaal onderdeel worden van de Nederlandse gezondheidszorg. En we hoeven dan echt niet te wachten tot de overheid het volgende wetsvoorstel gereed heeft. Nu is het moment om concreet aan de slag te gaan met het uitrollen van bewezen effectieve ehealth toepassingen, van telemonitoring tot e-consulten tot patiëntencommunities. Zorgverzekeraars zijn bereid om met andere betrokkenen, patiënten, aanbieders en industrie, te komen tot een veldcoalitie die een implementatieagenda voor ehealth gaat opstellen. Als motto stel ik voor: Nederland i-gezond – met de i van ICT, van innovatief en van interactief.