Deze week heb ik verschillende zorgprofessionals en managers gesproken. In tegenstelling tot de afgelopen tien jaar zijn ze lovend over de huidige situatie.
Eindelijk is het aantal regels verminderd en kunnen ze zich veel meer richten op datgene waar ze goed in zijn: zorgen voor de medemens, met passie en plezier. Natuurlijk zijn er regels, maar deze belemmeren de zorg niet, sterker nog; de kwaliteitsimpuls is sterker geworden.
De vergoeding is ook in balans met de inspanning en de bijkomende kosten. Een groot deel van de kosten wordt vergoed door de gemeente. Elke gemeente en elk samenwerkingsverband heeft een bureau dat de indicatiestelling regelt. Daar zijn alle disciplines vertegenwoordigd en wordt met de cliënt een samenhangend plan gemaakt en afgesproken welke zorg vanuit een professionele organisatie geleverd gaat worden. Ook wordt vastgesteld wat de cliënt zelf kan organiseren. Efficiënt en effectief. Doelgericht.
Er worden geen luxe pakketten toegekend. Die tijd is al lang voorbij, maar de zorg die nodig is voor een humaan bestaan is gewaarborgd. Daar waar techniek mensenhanden kan vervangen wordt dat geregeld. Familieleden en buren helpen bij lichte en eenvoudige taken. Hierbij ontvangen ze een vergoeding in de vorm van korting op lokale diensten en producten.
Gunstige tarieven
Het aantal mensen dat zelf een deel van de zorg financiert is toegenomen, maar dat kan tegen redelijk gunstige tarieven, omdat een laag BTW-tarief gehanteerd mag worden. Zorgverzekeraars financieren de huisartsenzorg, ziekenhuizen en medicijnen. Alle overige zorg is in regie bij de gemeente. Niet alleen de huishoudelijke zorg, maar ook alle andere thuiszorg en geestelijke gezondheidszorg en natuurlijk ook de jeugd(gezondheids)zorg. Ook in situaties waarin mensen in een fase van het leven zijn gekomen waarin veel extra hulp nodig is, wordt huisvesting en zorgverlening binnen een gemeente/regio gevonden en ligt de regie op lokaal niveau. Wie had ooit gedacht dat een dergelijk scenario werkelijkheid zou worden…?
Etentje
“Uw rode wijn, meneer.” Ik schrik op. Oh ja, ik ben met mijn dochter uit eten. “Zit ik hier een beetje voor me uit te dromen”, denk ik bij mezelf. Gelukkig heeft Fleur zich niet verveeld. Met Whatsapp en Facebook vermaakt ze zich altijd prima. Ze legt haar telefoon neer. “Hé pap, ben je er weer?” Fleur heeft de afgelopen twee jaar hard gewerkt om de basisschool met het best mogelijke resultaat af te sluiten. Dat is gelukt en dat is een feestje waard. We vieren het met een etentje in haar favoriete restaurant.
Dagdroom
Voorlopig hoeft Fleur zich niet druk te maken over wie haar verzorgt als ze ouder wordt en niet alles zelf meer kan doen. Hopelijk duurt het voor mij ook nog lang. En tot die tijd moet er nog hard gewerkt worden om mijn dagdroom werkelijkheid te laten worden. Ik maak me daar toch wel een beetje zorgen over.
Eddy van de Werken
Productmanager VVT en jeugdzorg Centric