Minister Schippers heeft een oproep gedaan aan alle veldpartijen: denk zelf na over de vraag welke zorg in 2015 uit het verzekerde basispakket kan worden geschrapt. Er moet 1,5 miljard euro worden bezuinigd.
De uitnodiging van de minister is begrijpelijk. De bezuinigingsvoorstellen van het College voor zorgverzekeringen – denk aan de ggz of dure weesgeneesmiddelen – hebben voor veel commotie gezorgd.
De reactie van NPCF-directeur Wilna Wind dat er valt te besparen door verspilling in de zorg te voorkomen, is te kort door de bocht. Het veld ontwikkelt al geruime tijd gerichte activiteiten om tot grotere doelmatigheid in het zorgproces te komen en daar gaan we de komende jaren mee door. Het betreft hier onderwerpen als doelmatig voorschrijven en het terugdringen van onverklaarbare praktijkvariatie. In het hoofdlijnenakkoord dat de sector met de minister heeft afgesproken, zijn die besparingen ook al ingeboekt.
Stijgende zorgkosten
Maar een ding is zeker: we kunnen de stijgende zorgkosten niet alleen met doelmatigheidsverbeteringen opvangen. Steeds vaker dienen zich nieuwe, dure behandelingen aan. Gelukkig maar. Als voorbeeld het terrein van de medische oncologie. Arts en onderzoeker Sjoerd Rodenhuis, NKI-AvL, schetste vorig jaar in het programma Buitenhof de ontwikkelingen. We krijgen te maken met een grote toename van het aantal kankerpatiënten, omdat de ziekte steeds meer chronisch wordt, en met nieuwe dure behandelingen, “personalized medicine”. Het ziet er niet naar uit dat de zorg hierdoor goedkoper wordt.
CVZ-debat
Als we de zorgkosten écht in de hand willen houden, valt aan de pakketdiscussie niet te ontkomen. Meedenken en meediscussiëren is prima. Het CVZ debat over levensverlengende zorg is een voorbeeld hiervan. In het veld is veel kennis en expertise.
Grenzen en pakketbeslissingen
Wel is het belangrijk de rollen van overheid en veldpartijen gescheiden te houden. Het belangrijkste onderscheid zoals ik dat zie, is dat het veld weliswaar verantwoordelijkheid draagt voor doelmatigheidsverbetering, maar dat de minister verantwoordelijk is en blijft voor pakketbeslissingen. Die verantwoordelijkheid kan ze niet naar de zorgprofessionals verleggen. Zijn we bereid een behandeling te betalen uit de collectieve middelen als de verwachte levenswinst ervan beperkt is en er een groot kostenbeslag mee is gemoeid? Willen we een bovengrens gaan stellen aan de kosten per zogeheten QALY (een gewonnen gezond levensjaar)? Zorgprofessionals denken hier graag over mee, maar het moet duidelijk zijn dat de eindverantwoordelijkheid bij de minister ligt.
Maatschappelijke discussie
Het kosteneffectiviteitsvraagstuk hoort dus onderwerp van een maatschappelijke discussie te zijn. En die discussie dient niet alleen over het maximum aan kosten per gewonnen levensjaar te gaan, maar ook over rechtvaardigheid, ethiek en solidariteit. Het maatschappelijk debat zullen we ook moeten voeren over toepassing van de lage ziektelastbenadering. Ook al willen we nog zo graag pakketbeslissingen rationaliseren, het zal niet eenvoudig zijn keuzes te maken. De eerste bevindingen van het CVZ laten zien dat ook dit criterium complex is.
Optimale zorg
De rol van de ziekenhuizen is het bieden van optimale zorg. Dit omvat zinnig en zuinig gebruik en het continue verbeteren van de zorg (innoveren). Hier hoort ook bij dat we de kosteneffectiviteit van behandelingen meten en verbeteren, dat artsen doelmatig voorschrijven, behandelingen gericht inzetten en ongerechtvaardigde praktijkvariatie terugdringen. In de praktijk is de verbetercyclus die hieruit moet voortvloeien ook al in gang gezet. Ook bespreken artsen met patiënten steeds nadrukkelijker de vraag wat een behandeling toevoegt aan de kwaliteit van leven. En ze kunnen op basis van hun deskundigheid een bijdrage leveren aan de discussie over de toegevoegde waarde van behandelingen of bijvoorbeeld de rol van de prijs van nieuwe geneesmiddelen in de besluitvorming over toelating ervan tot het pakket.
Er is kortom werk aan de winkel. Dat de minister het veld vraagt om mee te denken bij pakketbeslissingen is prima, mits verantwoordelijkheden helder blijven. Dit zal tot discussie leiden en het is te hopen dat die maatschappijbreed wordt gevoerd. En daarna is het woord weer aan de minister.
Margot van der Starre
Directeur Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)