Begin september ging een uitgebreide handelsdelegatie onder leiding van de minister van VWS op reis naar China om de prestaties van het Nederlandse zorg stelsel onder de aandacht te brengen en, in het verlengde daarvan, bedrijven de kans te geven hun expertise aan de man te brengen.
Nederlandse ziekenhuizen worden mooi ontworpen, internationaal gezien relatief goedkoop uitgevoerd en dat helpt bij een efficiënte bedrijfsvoering. De revalidatie sector is goed ontwikkeld met een helder indicatie gebied en heeft internationaal een goede reputatie. IT-bedrijven en consultancy firms dragen hier op allerlei manieren aan bij, om over Philips en DSM maar te zwijgen.
Als delegatielid was ook de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen present. Het is belangrijk dat het Nederlandse bedrijfsleven verdient aan de expertise op zorggebied en naarmate zorg een export artikel is, zal dat ook bijdragen aan de innovatie in Nederland zelf. Hoewel de effecten van zo’n trip pas op langere termijn zichtbaar worden, is het geheel toch wel bijzonder goed verlopen. De minster speelde haar rol als delegatie leider en “opener” van belangrijke Chinese deuren met verve; het was strak georganiseerd en de belangstelling aan Chinese zijde was bijzonder goed.
Thuismarkt
Twee boodschappen zijn echter ook van belang voor de thuismarkt. Allereerst moet je daar uitleggen wat wij dan zo goed doen. Bij een percentage zorggebruik ten opzichte van het nationaal product van 12,5 procent zou je zeggen dat dat niet zo eenvoudig is, maar dat valt mee. Uit international onderzoek blijkt dat de kosten van de Nederlandse ziekenhuiszorg ten opzichte van andere westerse landen flink onder het gemiddelde liggen en inderdaad als bijzonder efficiënt beschouwd mag worden. Wij hebben een vrij uitgebreid verzekerd pakket en ondanks de recente verhogingen is onze eigen bijdrage nog steeds laag te noemen. Wij scoren in internationale vergelijkingen, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot klantgerichtheid en veiligheid, erg goed.
Als land zijn wij zo duur uit omdat wij vooral in de ouderenzorg ver boven gemiddeld uitgeven, tot wel 30% meer dan een gemiddeld ander westers land. Natuurlijk is er altijd aanleiding om het beter en efficiënter te doen maar internationale vergelijkingen en reizen zijn nuttig om ons te doen beseffen, dat een bijzonder goed presterende sector ook gekoesterd moet worden. Het zou goed zijn als wat we in het buitenland verkopen, ook binnenslands onder de aandacht gebracht wordt.
Technologie
Een tweede belangrijke les is, dat vooral zaken te verkopen zijn waarbij je zelf bovengemiddeld presteert. Met ons systeem lukt dat dus heel aardig, maar op het gebied van technologie valt het nog niet mee. Het innovatieve karakter van de Nederlandse ziekenhuiszorg op het gebied van de technologie scoort matig. Amerikaanse bedrijven doen het wat dat betreft veel beter omdat in dat systeem een veel vanzelfsprekender neiging tot toepassing van innovaties zit. Er is een logischer research en development speelveld, waar vervolgens bedrijven in de internationale handel van kunnen profiteren.
Dat is ook de reden waarom veel farmaceutische en zorgtechnologische bedrijven een belangrijk deel van hun research en development in de US hebben gevestigd. In Nederland duurt het minimaal twee jaar voordat een innovatie, die vlak voor de markt staat, een voorlopige pakkettoelating kan krijgen. In 2012 is daarvoor een eerste ronde doorlopen en daaruit kwam een top 5, geadviseerd door CVZ. Bij een aantal zou ook binnenlandse bedrijvigheid als spin off kunnen resulteren. Helaas heeft het ministerie alleen die interventies eruit gepikt die vrijwel niets hoefden te kosten. Weer een jaar geen nieuwe kansen voor het bedrijfsleven, terwijl het kostenniveau van de Nederlandse zorg internationaal bezien hier absoluut meer ruimte voor biedt. Waarschijnlijk leidt dit macro gezien juist tot voordelen voor de BV-Nederland. Dan wordt de kans om meer dan alleen kennis te verkopen groter en dat is toch wat we allemaal willen.
Wim van Harten
Lid raad van bestuur NKI-AvL