Het Zweedse bureau HCP concludeert op basis van grootschalig onderzoek dat de Nederlandse gezondheidszorg de beste van Europa is. Dat wat ons niet lukt in de EuroVision Song Contest (in 1975 won Nederland voor het laatst met “Ding-a-dong” van Teach-Inn), lukt ons wel in de European Healthcare Contest
We zorgen blijkbaar beter dan we zingen. Natuurlijk zijn we als Nederlanders verheugd over deze eerste plaats. Maar zijn felicitaties op zijn plaats? Of valt er iets af te dingen op deze overwinning?
Waarop scoort Nederland?
Nederland behaalde een record aantal punten in deze ranglijst. Dat is indrukwekkend omdat het volgens de jury steeds moeilijker wordt om overal goed in te zijn. Nederland is ook geen ’toevallige’ winnaar, want het is het enige land dat altijd in de top 3 staat sinds de eerste ranglijst in 2005. Het verschil met de overige landen is overigens verder toegenomen, ondanks het feit dat de concurrentie ook is toegenomen.
Nederland is niet alleen overall winnaar, maar ook winnaar van vier van de zes categorieën. Het is onmogelijk, zegt de jury, om een index te bouwen waarop Nederland niet als winnaar naar voren komt. Nederland scoort hoog op patient rights and information (zoals het recht op een second opinion), op outcomes (zoals kindersterfte), op pharmaceuticals (zoals beschikbaarheid van nieuwe medicijnen) en op range and reach of services provided (zoals de beschikbaarheid van zorg voor ouderen).
Nederland scoort iets lager op twee van de zes categorieën: prevention en accessibility. Nederland doet bijvoorbeeld minder dan andere landen om schade ten gevolge van roken tegen te gaan, volgens de onderzoekers een gevolg van de liberale houding van Nederland. En Nederlandse patiënten hebben niet rechtstreeks toegang tot specialisten. Buurland België is topscorer voor wat betreft accessibility.
In het rapport valt de onverholen bewondering van de Zweedse jury voor de gezondheidszorg in Nederland op. Ze doen niets af aan de prestatie van Nederland, maar accentueren die voortdurend door bijvoorbeeld te wijzen op het feit dat Nederland nog hoger had kunnen scoren als niet bepaalde gegevens ontbraken.
Waaraan danken we de hoge scores?
Dankt Nederland de hoge score in de ranglijst aan de hoge uitgaven aan zorg? Ja, deels wel. Meer geld levert immers meer en betere zorgverleners en (medische) technologie op. Maar de jury merkt ook een minder voor de hand liggend verband op: ruimere financiering faciliteert behandeling van patiënten met zwakkere indicatie. Anders gezegd: als er (meer) geld is, worden twijfelgevallen eerder behandeld. En dat zorgt uiteindelijk ook voor hogere scores.
Maar de jury heeft ook gekeken hoe efficiënt eenzelfde euro besteed wordt in verschillende Europese landen. En dan staan ineens Macedonië, Estland en Albanië in de top 3 en Nederland staat negende. Volgens de jury ligt dat vooral aan de enorme groei van de uitgaven aan gezondheidszorg in Nederland (waar de groei in kwaliteit bij achterblijft).
Tegelijkertijd is Nederland, samen met Finland en IJsland, een van de landen die op beide lijsten relatief goed scoren. Je zou het ietwat gechargeerd zo kunnen samenvatten: de Nederlandse gezondheidszorg is kostbaar maar effectief, en behoorlijk efficiënt.
De jury stelt dat de hoge score van Nederland vooral te danken is aan het feit dat zorgverzekeraars concurreren met elkaar en los staan van zorgleveranciers; dat patiëntenorganisaties nauw betrokken zijn bij beleid en dat de toegang tot zorg aanzienlijk is verbeterd de laatste jaren. De jury speculeert dat de hoge score van Nederland te danken is aan het feit dat medische professionals en patiëntenorganisaties samen belangrijke beslissingen nemen en niet de zorgverzekeraars, politici en bureaucraten. Over de vraag of deze inschatting correct is, valt te twisten. Wat algemener geformuleerd stelt de jury vast dat in landen waar de financiering van zorg en het aanbod van zorg gescheiden zijn en ligt bij meerdere partijen (zoals in Nederland), de zorg beter is dan in landen waar financiering en zorg bij één partij ligt (zoals de NHS in Engeland).
Observaties van de jury
De jury maakt ook een aantal algemene observaties die de moeite waard zijn om kennis van te nemen. Volgens de jury blijft de kwaliteit van de gezondheidszorg in heel Europa toenemen. Maar de financiële crisis heeft wel voor een grotere kloof gezorgd tussen Europese landen. Rijke landen in West- Europa zijn in staat geweest de negatieve gevolgen van de financiële crisis voor de gezondheidszorg te beperken, armere landen in Centraal- en Zuid-Europa zijn daar veel minder in geslaagd.
De jury spreekt de veel gehoorde opvatting tegen dat wachtlijsten het gevolg zijn van ongehinderde toegang tot specialisten. Integendeel! Juist landen waar een verwijzing van de huisarts nodig is voor toegang tot de specialist, kennen wachttijden en wachtlijsten.
Er is evenmin een verband tussen financiering en wachtlijsten. Anders gezegd: in landen waar meer geld wordt besteed aan gezondheidszorg zijn de wachttijden niet korter. Volgens de jury zijn wachtlijsten vooral een mentaliteits- en cultuurprobleem en geen financieel probleem.
Tips voor de concurrentie
Voor landen die hun zorg willen verbeteren, heeft de Zweedse jury een goed advies: politici en zorgmanagers zouden veel meer ‘over de grens’ moeten kijken en goede ideeën uit buurlanden overnemen. Veel landen hebben grote moeite met goede ideeën van elders.
Ik zou als ik u was zorgmanagers en politici uit bijvoorbeeld Bosnië, Montenegro en Roemenië uitnodigen om in Nederland te komen kijken. Zij kunnen allicht leren van onze aanpak. En misschien dat hun perspectief ons doet beseffen hoe goed onze zorg is, want dat lijken we regelmatig te vergeten, Maar vergeet vooral niet om dan als tegenprestatie van Bosnië, Montenegro en Roemenië te vragen om op onze Trijntje Oosterhuis te stemmen bij het volgende Songfestival in Wenen. Quid pro quo, nietwaar?
Herm Joosten
Universitair Docent bij het Institute for Management Research van de Radboud Universiteit Nijmegen