Het regeerakkoord-Rutte II heeft met zijn voorstel om de zorgpremie inkomensafhankelijk te maken voor veel maatschappelijke en politieke onrust gezorgd. Dit was dan ook te verwachten met alle onduidelijkheid over de gevolgen voor collectieve lastendruk, inkomens en werkgelegenheid.
De vraag die je nauwelijks hoort is òf het zorgverzekeringsbestel wel moet worden hervormd. Per saldo lijkt alleen het vervangen van de zorgtoeslag voordeel op te leveren in de beheerskosten van de belastingsdienst, 15 miljoen euro. Daar tegenover staan weer de kosten van de invoer van de fiscale inning van de inkomensafhankelijke premie voor alle volwassen Nederlanders.
Wat is de zin van deze ingreep in de verzekering van curatieve zorg, naast de al even ingrijpende veranderingen in de verzekering van zorg voor chronisch zieken en bejaarden door de AWBZ?
In 2006 werd na 60 jaar discussie de Zorgverzekeringswet van kracht. De publieke ziekenfondsverzekering en de private ziektekostenverzekeringen werden vervangen door de basisverzekering curatieve zorg, gefinancierd door een nominale premie van circa 1.000 euro en een inkomensafhankelijke premie van 7,1 procent (2012). Dit bestel lijkt in 2012 redelijk uitgekristalliseerd. De doelstellingen: premiestabiliteit, ontwikkelende kosteneffectiviteit in de zorg door gereguleerde concurrentie tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en een steeds sterker wordende regierol van zorgverzekeraars lijken te worden gerealiseerd. Dus waarom dit stelsel hervormen?
Ideologisch gevoel
Als ik naar de kabinetsplannen kijk, dan krijg ik een sterk déjà vu gevoel. Over ideologische en systeemdiscussies over volksverzekeringen, het begin van het marktdenken in de zorg, strijd over inkomensafhankelijke en nominale premies, pakketten, publieke en private uitvoeringsorganen, premies en loonkostensommen, Europaproof zijn en het poldermodel. Alsof ik terug ben in de tijd: in 1987 met de plannen van de commissie-Dekker en de veranderingen in de ziekenfondsverzekering door staatssecretaris Dick Dees. In die tijd zijn de debatten over de stelselwijziging in volle hevigheid losgebarsten.
Inkomensafhankelijke premies
Toen werd er, evenals nu in 2012 met de huidige plannen, gesproken over verhoudingen van 85 procent inkomensafhankelijke en 15 procent nominale premie voor een basiszorgverzekering. Over inkomensafhankelijke premies van 12 procent van het brutoloon, nu in de plannen geraamd op 11,1 procent. Over nominale premies van 40 gulden per maand, nu 40 euro. Uiteindelijk werden in 1992 die plannen in de vorm van het Plan Simons in de koelkast gezet. De werkgeverslasten vielen te hoog uit, de politieke en maatschappelijke weerstand (artsen, ziekenfondsen, ziektekostenverzekeraars, werkgevers etc.) groeide. De schotten tussen de AWBZ en de verzekering van curatieve zorg waren zo’n gatenkaas geworden, dat de AWBZ op een financieel debacle afstevende. Hoogervorst wist in 2006 met de Zorgverzekeringswet voor curatieve zorg duidelijkheid te brengen in een complex bestel, dat budgettair onbeheersbaar was en geen verbetering bracht in de kwaliteit en efficiency van zorg.
Ziekenfonds
Krijgen we met de plannen van Rutte II het ziekenfonds weer terug? En moeten we gezien de ervaringen in het verleden daar blij mee zijn? Ten eerste is onduidelijk wat de status van de (in feite) nieuwe zorgverzekering is. Kan dit Europeesrechtelijk door de beugel? De huidige verzekering is een privaatrechtelijke verzekering, uitgevoerd door private verzekeraars. Wat wordt de status van de nieuwe verzekering? Krijgen we, net als in de ziekenfondsverzekering, wettelijk voorgeschreven dat we uitsluitend in onze eigen regio een beroep mochten doen op zorg?
Als dit een publiekrechtelijke verzekering wordt voor de gehele Nederlandse bevolking, wordt dit dan een volksverzekering zoals daar in het verleden door de PvdA zo fel voor is gevochten? En waar de VVD in 1987 zo fel op tegen was, terwijl ze nu de grondslag voor een volksverzekering lijkt te verdedigen? Zoals Joop van der Reijden (CDA) in 1986 Koos Rietkerk (VVD) tijdens een kabinetsdebat over private ziektekostenverzekeringen wakker maakte: ‘Koos, uitkijken! Dit wordt een – beperkte – volksverzekering!’ En Koos werd wakker.
Oude droom
De tijden zijn veranderd. Het is mogelijk dat de oude droom van de PvdA, de volksverzekering voor curatieve zorg, uitkomt. Hoe de inkomensplaatjes, gevolgen voor werkgelegenheid, financiële en efficiency beheersbaarheid van curatieve zorg en de zorgverzekeraars zullen zijn blijft voorlopig onduidelijk. In ieder geval lijkt de VVD van haar geloof gevallen. Het lijkt erop dat hier de toekomst is wat geweest is.
Niek de Jong
Karel-Peter Compagne, Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars