Wij mensen zijn zoekers. Zoekers naar waarheid en soms zelfs, openlijk of heimelijk, dé waarheid. Een van de verbeeldingen van deze menselijke oerdrift is de heilige graal. Volgens sommige overleveringen de kelk waar Jezus uit dronk bij het laatste avondmaal.
Volgens andere een edelsteen die uit Lucifers kroon viel toen hij uit de hemel stortte. Aan de graal worden magische krachten toegedicht. Wie in het bezit ervan komt, mits door zuivere motieven gedreven, zou het eeuwige leven verwerven. Al beweren anderen dat de grootste beloning van de zoektocht naar de graal de vondst is van het goddelijke in onszelf. Maar hoe het ook zij, het vermoeden van de mogelijkheid zoiets wonderbaarlijks te vinden heeft velen de eeuwen door in beweging gekregen.
Zwaluw
De zoektocht naar de heilige graal houdt ons inmiddels duizenden jaren bezig, heeft velen geïnspireerd en wie ervoor openstonden nieuwe inzichten gegeven. De graal zelf is overigens nooit gevonden, al zijn er ook altijd mensen geweest die het tegendeel beweerden, sterker nog, die beweerden de graal zelf in bezit te hebben. Maar de verhalen over mislukte queestes zijn eigenlijk altijd interessanter dan die over wat wél gevonden werd. In de film ‘Monty Python and the holy grail’ wordt dit gesymboliseerd wanneer op het cruciale moment de vraag beantwoord moet worden of zwaluwen in staat zijn kokosnoten te dragen. Aangezien niet duidelijk is of het om Afrikaanse of Europese zwaluwen gaat, mislukt de opdracht.
Centrale vraag
Maar wat heeft de graal van doen met de kwaliteit van zorg? Onlangs was ik bij een aantal sessies ter evaluatie van de zorgverzekeringswet. Gedeelde conclusie is dat er veel gebeurd is en ook wel bereikt is. Maar waar zorgverzekeraars de huidige reuring als succes benoemen, ervaren aanbieders vooral een enorme toename van regeldruk, complexiteit in de uitvoering, administratieve lasten en audit alerts en hebben professionals niet meer het idee dat ze nog met hun vak bezig zijn. De centrale vraag zou moeten zijn of de kwaliteit van de zorg beter is geworden. Maar het is geworden hoe we gevalideerd en gestandaardiseerd zicht krijgen op de geleverde prestatie. Hen confronterend met de diarree aan procesinterventies, lijstjes en vinkjes en de onthechtingsverschijnselen van onze medewerkers was het antwoord: wij willen dit ook niet, maar het probleem is dat jullie zelf niet benoemen wat je resultaten zijn. Dus dan doen we dit.
Ik begrijp dat, maar is het wel de goede vraag? Hoe zouden we die ooit afdoende kunnen beantwoorden? Is het niet als met de zoektocht naar de heilige graal: we besteden eindeloos veel tijd, energie en geld aan queestes op zoek naar de beste indicator voor zorgzwaarte, voor outcome, voor doelmatigheid. Want die geven houvast, kunnen opgenomen worden in spreadsheets en vertaald in euro’s. Het geeft informatie, meer inzicht, maar niet de wijsheid waar we naar op zoek waren. Die is veel dichter bij te vinden, bij onszelf. Kwaliteit van zorg is iets dat gebeurt in een interactie tussen een professional (of een team) en een patiënt of cliënt. Iets wat per definitie uniek en persoonlijk is. En ook alleen daaraan afgemeten kan worden. Iets wat iedere professional wil bereiken, waar hij verantwoordelijkheid voor wil nemen en zich voor wil verantwoorden. Naar die patiënt of cliënt. Iets waar alleen op dat niveau afspraken gemaakt kunnen worden en resultaten kunnen worden geboekt. Het systeem moet tot doel hebben en in dienst staan van het optimaliseren van die relatie en verantwoordelijkheid.
Vertrouwen
De climax in ´Monty Python and the Holy Grail´ is als de finale aanval van Koning Arthur op het kasteel waarin woeste Fransen de graal in bezit zouden hebben, wordt onderbroken door een politieagent die de film binnenrijdt en de Koning arresteert. Hij deelt hem mee dat het afgelopen moet zijn met dit gedoe, en dat het tijd wordt om naar huis te gaan. Laten wij dit bevel ter harte nemen en stoppen met zoeken naar de heilige graal: niet nog betere indicatoren maken, maar werken aan een andere kijk op kwaliteit. Eén die is gebaseerd op vertrouwen. Als Indiana Jones, in weer een ander filmisch meesterwerk over de graal, op het punt staat de graal te vinden – waarmee hij hoopt het leven van zijn vader te redden – moet hij een diepe kloof over. Hij kan de overkant slechts bereiken door een ‘leap of faith’. Vrij vertaald zoiets als een sprong in het duister. Een sprong in het duister maak je natuurlijk alleen als je erop vertrouwt dat het goed zal gaan. Dat vertrouwen moeten wij hebben, in de patiënten én in degenen die er voor hen willen zijn. En voor wie nog een laatste zetje nodig heeft: Indy redde het leven van zijn vader.
Paul van Rooij
Directeur GGZ Nederland